Ik ben in een keet geweest. Het zou de oudste van Putten zijn. Nou, zo zag deze er niet uit. Strakke wanden, keurige tafels, met zo’n vijftien stoelen eromheen. Geen donker hol, maar met een grote raampartij.
Ik was gevraagd om mee te komen naar deze keet. Effe een biertje doen. Mijn voorstelling was een hol met oude bankstellen, giga drankverbruik en bijbehorende penetrante bierlucht.
Toen ik bijna dertig jaar geleden met mijn vrienden zelf een keet had, zag deze er in ieder geval zo uit.
Deze niet. Allereerst kon je niet zien dat ik bij een keet parkeerde. Een neutrale deur en verder niets. Als je naar binnen stapte, kwam je in een soort entree met een keukenblokje met een dubbele frituurpan. Bij het openen van de volgende deur stond ik opeens tussen zo’n vijftien mannen, gezeten aan de lange tafel, vrijwel allen met een potje bier in de ene hand en een enkeling een sigaret in de andere. Ik begreep direct waar de kwalificatie ´oudste´ keet vandaan kwam. De mannen schatte ik allen boven de vijftig.
Het bleek een groep mannen, al jaren vrienden, die op zaterdag bij elkaar kwamen om een ‘potje’ te doen en de week te bespreken. Een van de mannen vertelde me dat ze ´vrogger´ bij elkaar in de huiskamer kwamen, maar dat ze graag een eigen plekkie wilden. Zoals deze ruimte voor deze zaterdagmiddagactiviteit.
Bier was nog geen euro per flesje en werd wekelijks gehaald bij de supermarkt waar het bier in de aanbieding was. Mijn voorzichtige opmerking dat je dit als valse concurrentie kunt zien voor de plaatselijke horeca, werd fel bestreden. In de loop der jaren heeft de organisator weliswaar geleerd dat een turflijstje voor het bier handig is, maar het samenzijn heeft een besloten karakter. Het lijstje telt immers 21 namen. Je kunt niet zomaar binnenstappen en een biertje scoren.
De beslotenheid is denk ik een wezenlijk verschil met de lokale horeca. Deze mensen horen bij deze keet en zien de kroeg niet als alternatief. Ze willen gewoon gezellig bij elkaar zijn en doen dat in een ruimte, lees een keet, om moeders niet met extra werk in de huiskamer op te zadelen. Niet om drankgelden uit te sparen.
Ik zag een heel mooi aspect. De sociale kant. Deze mannen steunen elkaar, geven elkaar houvast. Ze delen lief en leed. Als ik dat dan zie, een week na onze eropaf De Wijk in met Rien, waar ik veel kale straten met eenzaamheid aantrof, dan zie ik dat zo’n keet een prachtige functie heeft. Volgens mij voorzien keten in een maatschappelijke behoefte. Uitgezonderd sommige faciliteiten voor jongeren, zoals De Krakerrr, is hierin niet op een andere manier te voorzien. Met keten hebben jongeren en – zoals ik nu ook gemerkt heb – ook ouderen een plek om samen te komen. Maar… natuurlijk heeft de gemeente hierin ook een verantwoordelijkheid. Immers: een keet is niet genoeg.
Arap-John Tigchelaar
Dinsdag 20 november praat de commissie Ruimtelijke Zaken over het afvalbeleid van de gemeente Putten. Het college van burgemeester en wethouders doet verschillende voorstellen om het afval scheiden nog verder te verbeteren.
Nu doet Putten het op dit moment al heel erg goed, maar het kan nog beter. Volgens het college stoppen we nog steeds teveel groente en fruit afval in de blauwe zak. Om ons over te halen tot een beter ‘afvalscheidingsgedrag’ stelt het college voor om de blauwe zak voor restafval 30 cent duurder te maken. Daar staat tegenover dat de 10 en 30 liter zakken voor GFT goedkoper worden, namelijk 10 en 20 cent goedkoper. Ook stelt het college voor dat onze inwoners op donderdagavonden het grof tuinafval gratis kunnen brengen!
Wij Putten zou Wij Putten niet zijn als ze zaterdagochtend 17 november niet even bij het gemeentelijk Afvalbrengstation is gaan kijken en praten. Daarna is Wij Putten de wijk ingetrokken en heeft met de inwoners over de nieuwe plannen rondom Afval gesproken. De meeste mensen vinden het prima en zijn enthousiast dat het tuinafval binnenkort op donderdagavond gratis gebracht kan worden.
Wij Putten is voorstander van afvalscheiding omdat afval bijna altijd hergebruikt kan worden. Afval is gewoon een grondstof. Dus moeten we afval niet verbranden in verbrandingsovens, maar hergebruiken. Zeker omdat grondstoffen in de toekomst schaars gaan worden. Daarom is afvalscheiding echt nodig.
De essentie van het gemeentelijke afvalbeleid is voor Wij Putten: verdergaande afvalscheiding met een hoog serviceniveau tegen zo laag mogelijke kosten.
De winnaar is het milieu en ook de portemonnee van de Puttense burger.
Trouwens, in Putten kun je nu al gratis van je papier, glas, blik, kleding, plastic, klein chemisch afval, bruin en witgoed, etc. af. Binnenkort dus ook gratis Tuinafval brengen. Er blijft steeds minder over waar je nog wel voor moet betalen.
Het gaat overigens om een proefjaar, volgend jaar volgt er een evaluatie.
De gemeenteraad besluit over dit voorstel op donderdag 6 december a.s.
Politiek is kiezen. Dat is de ene keer makkelijker dan de andere keer. Neem het landgoed De Uylenborgh. In de ogen van de fractie een erg massaal initiatief. We hadden het liever gelaten bij één woonblok op het landgoed in plaats van twee. Maar een stuk uit het voorstel knippen was niet mogelijk. Bij zo’n bestemmingsplan is het voor of tegen stemmen. De initiatiefnemer was echter al een kleine tien jaar bezig met de gemeente en dan past het niet meer om op het allerlaatste moment zo’n plan de nek om te draaien. Het levert wel leermomenten op. In het vervolg willen we als raad veel eerder door het college bij dit soort planontwikkelingen worden betrokken. Dan kun je er inhoudelijk nog wat mee. Uiteindelijk heeft de fractie voor het landgoed gestemd, in de wetenschap dat we het gemeentelijk landgoederenbeleid volgend jaar veel minder soepel gaan maken. Want je kan niet aan de ene kant alsmaar roepen tegen verstening van het buitengebied te zijn en aan de andere kant zomaar 7.600 m3 steen toevoegen. Dat snapt niemand.
Ook de uitbreiding van een fouragebedrijf in het buitengebied van Putten hield de raad erg bezig. De gewenste uitbreiding past voor geen meter in het bestemmingsplan. De fractie van Wij Putten wil best praten over verruiming van het beleid, maar dan moet het wel voor iedereen gelden. Nu één bedrijf om onduidelijke redenen ter wille zijn, en aan alle andere bedrijven in het buitengebied ‘nee’ verkopen is niet uit te leggen. Ook het pand Voorthuizerstraat 5 (voormalig Rabobankfiliaal en tandartsenpraktijk) levert een lastig verhaal op. De eigenaar wil op die plek appartementen bouwen tot veertien meter hoog, terwijl het nu bij hooguit negen meter ophoudt. De fractie van Wij Putten vindt veertien meter niet passend voor die omgeving. Zelfs de Pastorije, aan de andere kant van de Voorthuizerstraat, blijft onder de tien meter.
Is het dan alleen maar kommer en kwel in de commissie Ruimtelijke Zaken? Nee, zeker niet. Het besluit over de vrij liggende fietspaden aan de Harderwijkerstraat is in juli door de raad vastgesteld. Wij Putten heeft de fietsveiligheid hoog op de agenda staan, maar dat neemt niet weg dat we er zorgvuldig naar hebben gekeken. Want € 3 miljoen is en blijft veel geld. Maar de kogel is door de kerk.
Over veel geld gesproken: in diezelfde raadsvergadering hebben we ook besloten om het regenwater in een groot stuk van de bebouwde kom van Putten (37 hectare) niet meer via de riolering af te voeren. Putten gaat dat regenwater via een ingenieus systeem ter plekke in de grond laten wegzakken. Eigenlijk niks nieuws, want dat gebeurde al eeuwenlang. Het kost overigens wel maximaal € 8 miljoen, ook dat is heel veel geld. Het nieuwe systeem moet voorkomen dat bij forse regenbuien straten, tuinen, kelders en woningen in het dorp onder water komen te staan. En – niet onbelangrijk – het is nog ook duurzaam ook!
Lastige besluiten, wikken en wegen. Besluiten, die soms veel geld kosten. Maar voor dat geld krijgen we gelukkig wel iets terug waar veel Puttenaren profijt en gemak van hebben. En zo hoort het ook.
Herman Luitjes
Een oude vriend van mij, Rob heet hij, heeft sinds jaar en dag zijn tentenkamp opgeslagen op een park gelegen in Krachtighuizen; Een ruim chalet met veranda en kwieke houtkachel, een prima stekkie om te toeven. Laatst legde ik een bezoek af om de vriendschap aan te halen. Het park bleek te grossieren in kentekens van Oost-Europese origine. Rob, een humaan vertolker, vertelde dat deze invasie van belendende perceelhouders een enorme weerslag kent op de gemoedstoestand van zijn gezin. De nachten vaak doorwaakt omdat parkgenoten menen, veelal overmatig gelaafd, schreeuwend en ruziemakend het duister te kunnen overstijgen. Bij daglicht is het er een komen en gaan van manvolk met matrassen en dekens onder de arm op zoek naar tijdelijk onderdak, kratten bier meeslepend. De sfeer is er grimmig en gevoel van veiligheid vervlogen. Rob is dan ook naarstig op zoek naar onderdak voor zijn gezin waar de voertaal niet beheerst wordt door medeklinkers.
De verkoop van zijn chalet wil niet vlotten en wijt dit, naast de geketende woningmarkt, aan de overbevolking van Oost-Europeanen op zijn huidige stek.
Rob werkt als ZZP-er in de bouw en in het bezit van een enorm arbeidsethos. Stukadoren is zijn ding en heeft het tot kunst verheven. Toch krimpt zijn aandeel in creëren. Hij zou plots te duur zijn. Busjes met anderstalige zwermen nu uit over de bouwplaats en voorzien de ruwe wanden van een laagje roodband. Rob geeft zich niet over aan rancune, zijn karakter laat dit niet toe. Wel merkt hij dat de situatie zijn stemgedrag heeft beïnvloed. Heulen met de vijand, noemt hij het zelf. Sympathiseren met gedachtegoed dat in wezen niet de zijne is. Het knaagt dan ook aan Rob dat hij keuzes heeft gemaakt die indruisen tegen zijn normaliter gehanteerde waarde en normen.
Het park verlatend vroeg Rob mij om een gunst. ‘Toom, Jij pent toch weleens een stukkie voor Wij Putten. Zou je niet eens wat willen schrijven over mijn situatie, misschien kenne zei er iets tegen doen.’ Ik beloof hem de zaak aanhangig te maken en als scribent te fungeren.
Mijn geweten perst zich intussen door een mangel, een bolwerk van tegenstrijdigheden.
Een jaargetij geleden heeft bij mij thuis namelijk een klein verbouwinkje plaatsgevonden; Ook is het gehele optrekje voorzien van frisse kleuren. Ambachtsmannen uit Polen hebben dit mogelijk gemaakt. Aardige en integere lui die werkten voor een nog aardigere prijs. Het getuigt dan ook van een overdosis hypocrisie als ik ook maar enigszins hun hier zijn beschimp. Ik distantieer mij dan ook van een oordeel en vraag slechts om aandacht voor de zaak Rob.
De materie staat niet op zichzelf, dat is u bekend. Een Oostblok offensief starten, spandoeken met populistische kretologie aan de kerktoren hangen en racistische leuzen scanderen zal niet de juiste weg zijn. Een sjoelavond organiseren op het park om wederzijds respect aan te wakkeren lijkt ook twijfelachtig. Wie weet kunt u, Wij Putten, een creatieve en menselijke oplossing aandragen, geschraagd op politiek welbevinden.
Namens Rob alvast bedankt voor uw inzet!
Ik ben even op het plaats delict gaan kijken, gewoon om de sfeer te proeven en alles in perspectief te zien. Er heerste een serene rust op de Arnhemse Karweg. De bomen schudde nonchalant hun bladeren los en er stond een heus dorp van paddenstoelen. De kabouters waren nergens te bekennen. Ze waren vast geschrokken van het brute geweld dat zich had voorgedaan en hadden huis en haard verlaten. Een rood mutsje, schijnbaar achteloos achtergelaten onder een zwam, was het enige getuigenis van de haastige aftocht. Toch konden die kaboutertjes nog wel eens belangrijk zijn. De exacte toedracht van de moordzaak is namelijk in flarden mist gehuld, maar daarover zo meer.
De enige gedachte die bij mij opkwam bij het sferen was, waarom noem je in hemelsnaam je hond Diesel? Zou de Buldog langzaam op gang komen en eenmaal op dreef niet meer te stuiten en tanken ze hem dagelijks af met het brandstofje. Of koesteren de eigenaars van de overledene het Italiaanse kledingmerk en wilden op deze manier hun genegenheid tonen. Weinig relevante gedachten, dat besef ik, maar werkelijke emoties komen niet door.
De Buldog staat niet bekend om zijn fraaie uiterlijk. Het is een gekunsteld beestje, een eindproduct van talloze zaadlozingen, zorgvuldig samengevoegd, gecentrifugeerd en ingebracht. Resultaat, een dikke nek, grote massieve kop en poten die wel ingekort lijken. Als standaard accessoire is de Dog voorzien van een chronisch astmatisch gereutel. Krachtig, stoer en waardig zijn competenties die het beestje toebedeeld heeft gekregen van de rasvereniging. Geen mietje dus!
De belaagde hond blijkt een Collie te zijn, u weet wel zo’n Lassie hond. Spitse snuit, ranke pootjes en fris in het haar, mensenredder bij uitstek. Geen waardig tegenstander voor een Buldog. Diesel is dan ook geen waardigheid aan te rekenen door een Lassie hondje te verrassen. Een weeffoutje bij het centrifugeren denk ik.
Terugkomend op de toedracht; De ingrediënten en het ter tafel gebrachte zijn bekend, alleen de bereidingswijze is onduidelijk. Uiteraard heb ik een scenario voorhanden, deze wil ik u niet onthouden.
Het geplaagde gezin had een mooie zondagmiddag aangegrepen om de herfst samen met de drie viervoeters te vieren. De sfeer was uitgelaten. Al gauw gingen de riemen af en wentelden de honden zich door het afgeschudde blad. Het zonlicht viel in strepen door de bomen en schakeerde het licht. Diesel nam als vanzelfsprekend het voortouw en overmoedig geworden door zoveel moois en ongebreidelde vrijheid had zin aan een robbertje vechten, zijn genen schreeuwden erom. Al spoedig ontwaarde hij de Collie en bedacht zich geen moment. Aangemoedigd door de lichaamstaal en angstkreten van de Collie begeleiders dook hij onverschrokken op het spitse hondje. Een oneerlijke strijd, dat besefte Diesel zich ook wel, maar daar maalde hij niet om. De eigenaar van Collie die zijn beestje al tussen de kaken van Diesel zag verdwijnen bedacht zich moment en plantte zijn schoen in de weke delen alvorens hem bij zijn halsband in een wurggreep omhoog te sleuren. Zijn roekeloosheid moest Diesel met de dood bekopen, maar werd hem ingegeven door zijn makers. Diesel treft dan ook geen blaam evenals de Collie mensen, zij handelden uit noodweer. Het is maar een door mij geschetst scenario, maar het lijkt mij wat onwerkelijk aan te nemen dat Diesel zomaar dood neer viel.
Dat de geleiders van Diesel verontwaardigd zijn komt mij vrij menselijk over. Toch was het gezien de competenties van Diesel misschien handig geweest om aangelijnd het bos te begroeten.
Enfin, het gezin Diesel is ontroostbaar en balt de vuisten. Hond en geleider wordt gevraagd om zondag mee te lopen in een stille tocht om Diesel te gedenken en zinloos geweld weer eens aan de kaak te stellen. Justice voor Diesel moet het spektakel gaan heten. Het is duidelijk dat hier een scheidingslijn wordt overschreden. Hoe verdrietig het ook is voor het gezin, een stille tocht houden voor een hond krijg ik vreselijke jeuk van. Een stille tocht is een protest tegen de verharding van de samenleving en het geweld dat mensen elkaar nodeloos aandoen.
Het Diesel tochtje lijkt mij ontstaan door rancune; De bazen van de Collie willen het boetekleed niet aantrekken. Als er dan toch een dader moet worden opgeknoopt, zou ik hierbij de kaboutertjes willen oproepen om als kroongetuigen voor één keer ten tonele te verschijnen. Het in de haast verloren rode mutsje kan ik dan gelijk teruggeven.
De raadsvergadering van donderdag 4 oktober jl. duurde tot na middennacht. Dat kwam omdat er heel lang is gesproken over een verzoek van een fouragebedrijf om aan de Huddingweg te mogen uitbreiden.
Nu mogen agrariërs in het Puttense buitengebied best veel. Maar bij niet-agrarische bedrijven ligt dat anders. Afhankelijk van de plek waar ze zitten mogen ze tussen de 750 en 1.000 m2 bedrijfsruimte hebben. Het regionale beleid, verankerd in de Puttense bestemmingsplannen, laat meer niet toe. Wil je als ondernemer wel meer dan moet je op zoek naar bijvoorbeeld een bedrijventerrein.
Het verzoek van het fouragebedrijf betrof iets van 2.500 m2. Overigens zijn er nog wel meer voorwaarden waar zo’n verzoek aan moet voldoen, zoals het slopen van bestaande bebouwing.
Het college stelde de gemeenteraad voor om het verzoek van het fouragebedrijf af te wijzen. De ondernemer vroeg om veel te veel bebouwing en wilde helemaal niets slopen. Daarmee handelde het college in lijn met eerdere verzoeken. Veel ondernemers hebben in het verleden al een ‘nee’ te horen gekregen op hun wens om verder te mogen uitbreiden.
De fractie van Wij Putten steunde het college in zijn redenering. Want het is wel heel moeilijk uit te leggen aan al die andere ondernemers dat zij niet mochten en nu ineens één bedrijf wel. Rechtsongelijkheid heet dat, of te wel meten met twee maten.
CDA en Gemeentebelangen zaten daar niet zo mee. Zij vonden dat in dit geval de ondernemer de gevraagde extra ruimte wel moest krijgen. Dat is in strijd met het beleid dat door diezelfde partijen in 2006 in het bestemmingsplan is verankerd. Zolang Putten dat beleid niet aanpast is één boze buurman voldoende om er bij de Raad van State gehakt van te maken. Een bestemmingsplan is tenslotte niet alleen bindend voor de inwoners, maar ook voor de gemeente!
Natuurlijk zijn er soms grensgevallen en situaties waarin niet is voorzien. Dan is maatwerk op zijn plaats. Maar dan altijd met de intentie om zo dicht mogelijk bij het bestaande beleid uit te komen. Dat is echt iets anders dan het opzij schuiven van het bestemmingsplan. Want als willekeur zijn intrede doet dan verwordt ons openbaar bestuur tot een loterij. En dan ben ik nog mild want bij de Lotto-trekking heeft ieder balletje tenminste nog een gelijke kans om getrokken te worden.
Versleten groen is iets nieuws voor mij. Een term waar mijn fantasie mee aan de haal gaat. Ik zie gekromde eiken, stijf van reuma. Hortensia’s met kalende bolletjes, lavendelhagen die verstokken en een tehuis waar uitgerangeerd plantgoed verder mag slijten.
Puttens schijnt gebukt te gaan onder bejaard groen en voor versletenen is in ons land geen plaats. Dat uitgebluste rollatorvolk kost klauwen geld en fraai ziet het er niet meer uit, weg er mee! Er gaan dan ook geluiden dat oud Puttens groen plaats moet maken voor verharding. Dat de samenleving verhard is al erg genoeg, openbare groenstroken hiermee confronteren druist in tegen wat de gemeente uit wil dragen; Namelijk dat de natuur de kleur bepaalt. Soms uitbundig, soms ingetogen en behoudend. Niet doen dus dat dicht plempen met stenen, hoogst verwerpelijk. Het doet groenbeleving struikelen.
Participeren heb ik horen roepen. De goegemeente erbij betrekken en een stukje groen laten aannemen. Nu ben ik persoonlijk een beetje adoptie moe. Ik heb al een plofkip ter adoptie aangenomen, een zwerfhond uit Portugal, een foeilelijk beest, en ook Bokito was een beetje van mij. Dus om groen te adopteren, ik weet niet. Dit betekent immers ook dat je er voor moet zorgen, vertroetelen en met liefde omringen. Ik ben even de wijk in gegaan om de groenstaat van de gemiddelde achtertuin in ogenschouw te nemen. De uitkomst was onthutsend. De mens is aards lui, constateerde ik. Geplaveide, pretentieloze tuinen beheersen het beeld. Navraag bij een tuincentrum bevestigt onze luiheid; Bestrating is hot. Klinkers in ruitvorm, visgraatmotief of elleboogverband die slechts ruimte laten voor een barbecue, kunststof tuinstoelen en een gekunsteld vijvertje met een kaboutertje die staat te hengelen naar niks. Veel groen heb ik niet gespot, of het moeten die plastic kratjes zijn waar 24 flesjes inpassen. Nee, als we het aan de gemiddelde burger over moeten laten lijkt asfalteren van versleten groen de enige optie. De burger moeten we in deze dus maar elimineren, anders komt er niks van terecht.
Uitbaters van groen of daaraan gerelateerde bedrijven kunnen wel een handje helpen. Zij dragen immers een visie uit die gericht is op groei. Een strook openbaar groen aannemen zal hen toch aanspreken. Een bescheiden sponsorcontractje moet echt wel lukken. Als dank mag hun naam op een eiken houten bordje de groenstrook vertegenwoordigen. Een eervolle vermelding in de gemeentegids lijkt ook billijk.
In het onderhoud van de groenstroken kunnen scholen voorzien. Een beetje noeste arbeid doet de kinderen goed en zal obesitas doen krimpen. Ook kan het geen kwaad de banden met de natuur wat aan te halen en ze groenbewuster te kneden. Bij een appel denken ze namelijk eerder aan een IPad van Steve Jobs dan aan een goudrenet van Boer Dirk. Misschien kunnen op scholen kwekerijtjes verrijzen waar kweekgoed gaat gedijen en op termijn de arbeidsmarkt kan bestormen om pensioengerechtigd groen te vervangen
Ik roep ook maar wat, dat moge duidelijk zijn. Maar groei is belangrijk, in de breedste zin van het woord. Bedenk ik plots nog iets. Mocht u in het bezit zijn van stekjes die groei behoeven, dan lijkt het mij zinvol deze aan te bieden aan wethouder Koekkoek. Openbare werken gaat Roelof helemaal voor. Al was hij tijdens de groenreparaties die Wij Putten bij Zorgboerderij Goedland verzorgde onzichtbaar. De aangeboden stekjes kan hij tijdelijk in zijn achtertuin opkuilen tot versleten groen om verjonging vraagt. Uiteraard heb ik enige research gepleegd en over het muurtje van de heer Koekoek gegluurd om de beschikbare ruimte te polsen. Een vervent aanhanger van verstening, zo bleek. Het is dus zaak mankracht te ronselen om de zaak te ontmantelen alvorens over gegaan kan worden tot stekken. Een uitnodiging op Facebook lijkt mij voldoende!
Bij de behandeling van het ontwerp-bestemmingsplan Krachtighuizen in de commissie Ruimtelijke Zaken ging het deze week ineens over een individuele handhavingszaak. Wethouder Kleijer had kennelijk de handhavingszaak naar de commissie RZ verwezen, zonder ons over de inhoud te informeren. Zelf was Kleijer in geen velden of wegen te bekennen; over de schutting gooien heet dat.
De onvrede over de uitvoering van het handhavingsbeleid is groot, vooral bij diegenen die het treft. Maar het is opmerkelijk dat die onvrede ook binnen de gemeenteraad leeft. In maart van dit jaar heeft de raad nog de nota Integrale Handhaving besproken en vastgesteld. Geen woord toen over de wijze van handhaving en prioritering op het terrein van omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen.
Handhaving heeft twee aangrijpingspunten. De burger die verzoekt om handhaving (vaak als gevolg van burentwist) of de controlerend ambtenaar die een overtreding constateert. En dan komt de vraag, gaan we handhaven of gedogen of zelfs de regels aanpassen?
Soms treedt de overheid bewust niet op bij het niet naleven van wetten en regelgeving door burgers, bedrijven etc. Enkele decennia geleden vonden we dat gedogen nog niet zo’n probleem. Sterker nog, we waren trots op ons tolerant Nederland. Er moet toch ook ‘wat kunnen’ en af en toe een oogje dichtknijpen houdt de samenleving leefbaar. Elkaar wat ruimte gunnen voor een eigen inkleuring.
Maar de samenleving verandert. Het wordt drukker, haastiger en we vinden al lang niet meer allemaal hetzelfde. We kunnen ook veel minder van elkaar hebben, en de terreur van de markt dwingt ons vooral naar het economisch belang te kijken. Het ‘ik-tijdperk’ dendert door!
Er zijn veel te veel regels, vooral als we er last van hebben. Maar natuurlijk moet de overheid diezelfde regels wel handhaven, als we last hebben van de ‘buren’.
Voor het gemeentebestuur is handhaven lastig. Zonder regels ligt willekeur en vriendjespolitiek op de loer. De oplossing: je beschrijft hoe je omgaat met handhaven. In een handhavingsnota. In Putten hebben we zo’n nota, onlangs nog door de raad vastgesteld. Het college komt binnenkort met een aanvullende notitie. Een overheid moet prioriteiten stellen, ook bij het handhaven. Niet op alles schieten wat beweegt.
Maar eerlijk is eerlijk, het probleem zit dieper. Bij gemeenten zit de wetgevende macht (het opstellen van regels) en de uitvoerende macht (het handhaven) in één hand. Deze weeffout in ons staats- en bestuursrecht maakt het lokale bestuurders niet gemakkelijk om het goed te doen. Het leerstuk van de scheiding der machten bestaat al een paar jaar, maar de lessen van Montesquieu zijn in ons land niet altijd even consequent doorgevoerd. Vooralsnog moeten we roeien met de riemen die we hebben. Maar wel graag op een integere manier.
‘Goedemorgen mijnheer, heeft u even tijd voor een korte telefonische enquête’, klinkt een geveinsde vrolijkert aan de andere kant van het draad. ‘Waar gaat het om’, erger ik onverholen.’ ‘Wij zijn een onafhankelijk onderzoeksbureau dat in opdracht van Wij Putten in kaart wil brengen waar volgens de burger op kan worden bezuinigd in uw groenrijke gemeente. Tevens maakt u kans op een aardigheidje, beschikbaar gesteld door de fractie.’ ‘Hoe lang gaat dat onderzoekje duren en wat behelsd dat kleinood. Ik heb namelijk niets met bezuinigen’, drein ik. De broekriem blijven aanhalen begint mij mateloos te irriteren.
‘Het tijdspad is afhankelijk van uw beantwoording’, antwoordt de telefoonstem nog steeds blijmoedig. ‘ Onder de geënquêteerde wordt een heisessie met het voltallig gemeentebestuur verloot om inzichten te delen.’ ‘Barst maar los’, kir ik frivool. Ik begin er zowaar zin in te krijgen bij het vooruitzicht onze notabelen eens wat empathie bij te mogen brengen en eens flink in het rond te schoppen.
‘Alvorens daadwerkelijk tot de beoogde vraagstelling over te gaan wil ik graag eerst uw persoonlijke situatie een plek in de kaartenbak geven om een en ander in perspectief te zien,’ vervolgt de vraagsteller. ‘Bezit u een eigen woning’, begint de enquêteer. ‘Ja’, antwoord ik kriegel. ‘Wat wilt u hiermee insinueren. Dat ik profiteer van hypotheekrenteaftrek ten koste van huurders die zich geen eigen woning kan permitteren en inhalig ben’. ‘Nee mijnheer, ik verifieer slechts uw status’, klinkt de stem. ‘ Conclusies verbind ik hier niet aan. De volgende vraag betreft uw inkomen. Hoe zou u deze omschrijven’? ‘Schraal’, antwoord ik. Mij valt een uitkering ten deel. Of wordt dat gezien als graaien uit de staatskas. Dat ik achterover leunend mijn hand ophoudt. Ik heb hier altijd voor betaald en het is dan ook niet meer dan een verworven recht.’ Mijn ergernis is progressief en ik wind me steeds meer op. De telefoonstem gaat onverdroten voort. ‘Beschikt uw vrouw over een betaalde baan?’ ‘Ja, zei genereert ook enig inkomen, of vindt u dat tweeverdieners extra belast moeten worden?’ ‘Ik vind helemaal niks mijnheer, ik beperk me tot feitelijkheden.’
‘De volgende vraag betreft uw gezinssamenstelling. Omvat uw gezin ook kinderen?’ Mijn tenen beginnen zich te krommen. ‘Ja’, antwoord ik. ‘Twee heerlijke kinderen. En nu wilt u mij er zeker op wijzen dat ik dientengevolge een bijdrage in de vorm van kinderbijslag ontvang en kinderloze deze geldsom jaarlijks ontberen en er sprake is van discriminatie.’
‘U vat het allemaal veel te persoonlijk op mijnheer, ik vorm mij geen mening, distilleer enkel objectief het gesproken.’
‘Een laatste vraag alvorens de enquête te starten wil ik u nog stellen. Hebt u kinderen die studeren?’ ‘Of zij een studiebeurs ontvangen wilt u vragen. Ja, die nuttigen mijn kinderen, inclusief ov-jaarkaart. Nu moet u er potdomme mee ophouden mij er op te wijzen dat wij in Luilekkerland wonen en het best allemaal een beetje minder kan. Ik dacht dat u namens Wij Putten onze gemeente onder de loep wilde nemen. Weet u wat, ik distantieer mij hierbij van verdere deelneming aan uw enquête, het wordt mij te persoonlijk.’
‘Uiteraard respecteer ik uw mening’, blaat de vrager, ‘maar beseft u zich wel dat u hierdoor de kans op de heisessie elimineert?’ ‘Deze consequentie is mij zonneklaar, maar doet mijn standpunt niet wijzigen’, antwoord ik met de bokkenpruik op. ‘Het lijkt mij zinvoller als Wij Putten zelf de hei opklost met de gemeente en bezuinigingen aan de kaak stelt’.
‘Ik zal uw zienswijze meenemen en de fractie er deelgenoot van maken. Mag ik u namens Wij Putten danken voor uw tijd’.
De kwalificatie ‘helder licht’ gaat geheel aan mij voorbij. Kaarslicht is wat er bij mij schemert, wel zo gezellig. Bij helder licht denk ik aan Tl-buizen. Niets ontziende balken die bakken licht de ruimte in smijten en verbeelding neersabelen.
Kaarslicht is dus meer mijn ding. Het flikkert zo lekker en het lichtje haalt de scherpe kantjes er een beetje van af, doet gemoedelijk aan en respecteert de schaduwzijde, maar dit terzijde.
Als min of meer noodgedwongen aanhanger van het joggen zwalk ik in die hoedanigheid nogal eens langs het asfalt. Wat mij tijdens deze exercities opvalt, is de hoeveelheid licht die mij wil vangen. Het bos lijkt de enige plek waar lichtval beperkt wordt tot wat de maan ons toevertrouwd. Al dravend in mijn belachelijk strakke broekje denk ik vaak aan mooie dingen, dit maakt de fysieke inspanning dragelijker, en fantaseer weleens dat er allemaal kaarsjes langs de weg staan te branden. Van die waxinelichtjes, die kosten bijna niks bij de Action. De aanblik is oergezellig en er is net voldoende licht om tegen aan te schurken.
Als ik tijdens een zelfkastijdingsessie langs de Rijksweg strompel kan ik mij laven aan overmatig licht, niks waxinelichtjes. Handig is het wel, die zeeën licht; ik kan mijn hartslagmeter makkelijk aflezen, al constateer ik telkens weer dat mijn hartspier zich beklaagt. Het moet toch klappen geld kosten, al dat gelicht, een beetje meer donker zal toch niet per definitie leiden tot een toename van duistere zaakjes of levensbedreigende situaties.
In gemeente Buren (nabij Tiel) schijnen ze het licht gezien te hebben. Kritisch wordt daar gekeken of het allemaal niet wat minder kan met het rondstrooien van licht; bewust verlichten dus. Het beperkt de CO2 uitstoot en uiteraard kosten. Lichtbronnen die aan vervanging toe zijn worden kritisch getoetst op hun meerwaarde. Generen ze die niet, dan valt het doek en mag de nacht het overnemen. Criterium is wel dat het wegvallen van het licht de verkeers-en sociale veiligheid niet in gevaar brengt. Ook dimmers om de verlichting naar behoefte te regelen staat op het verlanglijstje. Een pientere gemeente dat Buren.
Nu broodnodige bezuinigingen ook in Putten drastische maatregelen noodzaken is het misschien zinvol eens een lijntje naar Buren uit te gooien. De door hun gebezigde lichtvisie zou onze gemeente ook wel eens kunnen verrijken. Mocht B & W het idee niet als verlichtend zien, rest ons niets anders dan enige fysieke druk uit te oefenen in de vorm van een ludieke actie: de hoofdschakelaars van ons plaatselijke lichtnetwerk onklaar maken en zo de gemeente overschaduwen, kortom rebelleren. Heerlijk toch!
Ik wil u in dat geval oproepen massaal waxinelichtjes in te kopen om ons de weg te wijzen. De Action weet er al van en heeft de voorraad opgeplust. Bij aankoop van twee familiezakken lichtjes ontvangt u tevens een knijpkat. Deze duurzame lichtbron geeft een helder beeld en sprankelt in donkere dagen. Een vereiste is wel dat u net als bij bezuinigen blijft knijpen!