info@wijputten.nl

Nieuws

Bespiegeling: Diesel is dood

Geplaatst op 18 oktober 2012

Ik ben even op het plaats delict gaan kijken, gewoon om de sfeer te proeven en alles in perspectief te zien. Er heerste een serene rust op de Arnhemse Karweg. De bomen schudde nonchalant hun bladeren los en er stond een heus dorp van paddenstoelen. De kabouters waren nergens te bekennen. Ze waren vast geschrokken van het brute geweld dat zich had voorgedaan en hadden huis en haard verlaten. Een rood mutsje, schijnbaar achteloos achtergelaten onder een zwam, was het enige getuigenis van de haastige aftocht. Toch konden die kaboutertjes nog wel eens belangrijk zijn. De exacte toedracht van de moordzaak is namelijk in flarden mist gehuld, maar daarover zo meer.

De enige gedachte die bij mij opkwam bij het sferen was, waarom noem je in hemelsnaam je hond Diesel? Zou de Buldog langzaam op gang komen en eenmaal op dreef niet meer te stuiten en tanken ze hem dagelijks af met het brandstofje. Of koesteren de eigenaars van de overledene het Italiaanse kledingmerk en wilden op deze manier hun genegenheid tonen. Weinig relevante gedachten, dat besef ik, maar werkelijke emoties komen niet door.

De Buldog staat niet bekend om zijn fraaie uiterlijk. Het is een gekunsteld beestje, een eindproduct van talloze zaadlozingen, zorgvuldig samengevoegd, gecentrifugeerd en ingebracht. Resultaat, een dikke nek, grote massieve kop en poten die wel ingekort lijken. Als standaard accessoire is de Dog voorzien van een chronisch astmatisch gereutel. Krachtig, stoer en waardig zijn competenties die het beestje toebedeeld heeft gekregen van de rasvereniging. Geen mietje dus!

De belaagde hond blijkt een Collie te zijn, u weet wel zo’n Lassie hond. Spitse snuit, ranke pootjes en fris in het haar, mensenredder bij uitstek. Geen waardig tegenstander voor een Buldog. Diesel is dan ook geen waardigheid aan te rekenen door een Lassie hondje te verrassen. Een weeffoutje bij het centrifugeren denk ik.

Terugkomend op de toedracht; De ingrediënten en het ter tafel gebrachte zijn bekend, alleen de bereidingswijze is onduidelijk. Uiteraard heb ik een scenario voorhanden, deze wil ik u niet onthouden.

Het geplaagde gezin had een mooie zondagmiddag aangegrepen om de herfst samen met de drie viervoeters te vieren. De sfeer was uitgelaten. Al gauw gingen de riemen af en wentelden de honden zich door het afgeschudde blad. Het zonlicht viel in strepen door de bomen en schakeerde het licht. Diesel nam als vanzelfsprekend het voortouw en overmoedig geworden door zoveel moois en ongebreidelde vrijheid had zin aan een robbertje vechten, zijn genen schreeuwden erom. Al spoedig ontwaarde hij de Collie en bedacht zich geen moment. Aangemoedigd door de lichaamstaal en angstkreten van de Collie begeleiders dook hij onverschrokken op het spitse hondje. Een oneerlijke strijd, dat besefte Diesel zich ook wel, maar daar maalde hij niet om. De eigenaar van Collie die zijn beestje al tussen de kaken van Diesel zag verdwijnen bedacht zich moment en plantte zijn schoen in de weke delen alvorens hem bij zijn halsband in een wurggreep omhoog te sleuren. Zijn roekeloosheid moest Diesel met de dood bekopen, maar werd hem ingegeven door zijn makers. Diesel treft dan ook geen blaam evenals de Collie mensen, zij handelden uit noodweer. Het is maar een door mij geschetst scenario, maar het lijkt mij wat onwerkelijk aan te nemen dat Diesel zomaar dood neer viel.

Dat de geleiders van Diesel verontwaardigd zijn komt mij vrij menselijk over. Toch was het gezien de competenties van Diesel misschien handig geweest om aangelijnd het bos te begroeten.

Enfin, het gezin Diesel is ontroostbaar en balt de vuisten. Hond en geleider wordt gevraagd om zondag mee te lopen in een stille tocht om Diesel te gedenken en zinloos geweld weer eens aan de kaak te stellen. Justice voor Diesel moet het spektakel gaan heten. Het is duidelijk dat hier een scheidingslijn wordt overschreden.  Hoe verdrietig het ook is voor het gezin, een stille tocht houden voor een hond krijg ik vreselijke jeuk van. Een stille tocht is een protest tegen de verharding van de samenleving en het geweld dat mensen elkaar nodeloos aandoen.

Het Diesel tochtje lijkt mij ontstaan door rancune; De bazen van de Collie willen het boetekleed niet aantrekken. Als er dan toch een dader moet worden opgeknoopt, zou ik hierbij de kaboutertjes willen oproepen om als kroongetuigen voor één keer ten tonele te verschijnen. Het in de haast verloren rode mutsje kan ik dan gelijk teruggeven.

Bespiegeling: Lotto balletjes

Geplaatst op 9 oktober 2012

De raadsvergadering van donderdag 4 oktober jl. duurde tot na middennacht. Dat kwam omdat er heel lang is gesproken over een verzoek van een fouragebedrijf om aan de Huddingweg te mogen uitbreiden.

Nu mogen agrariërs in het Puttense buitengebied best veel. Maar bij niet-agrarische bedrijven ligt dat anders. Afhankelijk van de plek waar ze zitten mogen ze tussen de 750 en 1.000 m2 bedrijfsruimte hebben. Het regionale beleid, verankerd in de Puttense bestemmingsplannen, laat meer niet toe. Wil je als ondernemer wel meer dan moet je op zoek naar bijvoorbeeld een bedrijventerrein.

Het verzoek van het fouragebedrijf betrof iets van 2.500 m2. Overigens zijn er nog wel meer voorwaarden waar zo’n verzoek aan moet voldoen, zoals het slopen van bestaande bebouwing.

Het college stelde de gemeenteraad voor om het verzoek van het fouragebedrijf  af te wijzen. De ondernemer vroeg om veel te veel bebouwing en wilde helemaal niets slopen. Daarmee handelde het college in lijn met eerdere verzoeken. Veel ondernemers hebben in het verleden al een ‘nee’ te horen gekregen op hun wens om verder te mogen uitbreiden.

De fractie van Wij Putten steunde het college in zijn redenering. Want het is wel heel moeilijk uit te leggen aan al die andere ondernemers dat zij niet mochten en nu ineens één bedrijf wel. Rechtsongelijkheid heet dat, of te wel meten met twee maten.

CDA en Gemeentebelangen zaten daar niet zo mee. Zij vonden dat in dit geval de ondernemer de gevraagde extra ruimte wel moest krijgen. Dat is in strijd met het beleid dat door diezelfde partijen in 2006 in het bestemmingsplan is verankerd. Zolang Putten dat beleid niet aanpast is één boze buurman voldoende om er bij de Raad van State gehakt van te maken. Een bestemmingsplan is tenslotte niet alleen bindend voor de inwoners, maar ook voor de gemeente!

Natuurlijk zijn er soms grensgevallen en situaties waarin niet is voorzien. Dan is maatwerk op zijn plaats. Maar dan altijd met de intentie om zo dicht mogelijk bij het bestaande beleid uit te komen. Dat is echt iets anders dan het opzij schuiven van het bestemmingsplan. Want als willekeur zijn intrede doet dan verwordt ons openbaar bestuur tot een loterij. En dan ben ik nog mild want bij de Lotto-trekking heeft ieder balletje tenminste nog een gelijke kans om getrokken te worden.

Bespiegeling: Sleet op groen

Geplaatst op 27 september 2012

Versleten groen is iets nieuws voor mij. Een term waar mijn fantasie mee aan de haal gaat. Ik zie gekromde eiken, stijf van reuma. Hortensia’s met kalende bolletjes, lavendelhagen die verstokken en een tehuis waar uitgerangeerd plantgoed verder mag slijten.

Puttens schijnt gebukt te gaan onder bejaard groen en voor versletenen is in ons land geen plaats. Dat uitgebluste rollatorvolk kost klauwen geld en fraai ziet het er niet meer uit, weg er mee! Er gaan dan ook geluiden dat oud Puttens groen plaats moet maken voor verharding. Dat de samenleving verhard is al erg genoeg, openbare groenstroken hiermee confronteren druist in tegen wat de gemeente uit wil dragen; Namelijk dat de natuur de kleur bepaalt. Soms uitbundig, soms ingetogen en behoudend. Niet doen dus dat dicht plempen met stenen, hoogst verwerpelijk. Het doet groenbeleving struikelen.

Participeren heb ik horen roepen. De goegemeente erbij betrekken en een stukje groen laten aannemen. Nu ben ik persoonlijk een beetje adoptie moe. Ik heb al een plofkip ter adoptie aangenomen, een zwerfhond uit Portugal, een foeilelijk beest, en ook Bokito was een beetje van mij. Dus om groen te adopteren, ik weet niet. Dit betekent immers ook dat je er voor moet zorgen, vertroetelen en met liefde omringen. Ik ben even de wijk in gegaan om de groenstaat van de gemiddelde achtertuin in ogenschouw te nemen. De uitkomst was onthutsend. De mens is aards lui, constateerde ik. Geplaveide, pretentieloze tuinen beheersen het beeld. Navraag bij een tuincentrum bevestigt onze luiheid; Bestrating is hot. Klinkers in ruitvorm, visgraatmotief of elleboogverband die slechts ruimte laten voor een barbecue, kunststof tuinstoelen en een gekunsteld vijvertje met een kaboutertje die staat te hengelen naar niks. Veel groen heb ik niet gespot, of het moeten die plastic kratjes zijn waar 24 flesjes inpassen. Nee, als we het aan de gemiddelde burger over moeten laten lijkt asfalteren van versleten groen de enige optie. De burger moeten we in deze dus maar elimineren, anders komt er niks van terecht.

Uitbaters van groen of daaraan gerelateerde bedrijven kunnen wel een handje helpen. Zij dragen immers een visie uit die gericht is op groei. Een strook openbaar groen aannemen zal hen toch aanspreken. Een bescheiden sponsorcontractje moet echt wel lukken. Als dank mag hun naam op een eiken houten bordje de groenstrook vertegenwoordigen. Een eervolle vermelding in de gemeentegids lijkt ook billijk.

In het onderhoud van de groenstroken kunnen scholen voorzien. Een beetje noeste arbeid doet de kinderen goed en zal obesitas doen krimpen. Ook kan het geen kwaad de banden met de natuur wat aan te halen en ze groenbewuster te kneden. Bij een appel denken ze namelijk eerder aan een IPad van Steve Jobs dan aan een goudrenet van Boer Dirk. Misschien kunnen op scholen kwekerijtjes verrijzen waar kweekgoed gaat gedijen en op termijn de arbeidsmarkt kan bestormen om pensioengerechtigd groen te vervangen

Ik roep ook maar wat, dat moge duidelijk zijn. Maar groei is belangrijk, in de breedste zin van het woord. Bedenk ik plots nog iets. Mocht u in het bezit zijn van stekjes die groei behoeven, dan lijkt het mij zinvol deze aan te bieden aan wethouder Koekkoek. Openbare werken gaat Roelof helemaal voor. Al was hij tijdens de groenreparaties die Wij Putten bij Zorgboerderij Goedland verzorgde onzichtbaar. De aangeboden stekjes kan hij tijdelijk in zijn achtertuin opkuilen tot versleten groen om verjonging vraagt. Uiteraard heb ik enige research gepleegd en over het muurtje van de heer Koekoek gegluurd om de beschikbare ruimte te polsen. Een vervent aanhanger van verstening, zo bleek. Het is dus zaak  mankracht te ronselen om de zaak te ontmantelen alvorens over gegaan kan worden tot stekken. Een uitnodiging op Facebook lijkt mij voldoende!

Bespiegeling: Lessen van Montesquien

Geplaatst op 23 september 2012

Bij de behandeling van het ontwerp-bestemmingsplan Krachtighuizen in de commissie Ruimtelijke Zaken ging het deze week ineens over een individuele handhavingszaak. Wethouder Kleijer had kennelijk de handhavingszaak naar de commissie RZ verwezen, zonder ons over de inhoud te informeren. Zelf was Kleijer in geen velden of wegen te bekennen; over de schutting gooien heet dat.

De onvrede over de uitvoering van het handhavingsbeleid is groot, vooral bij diegenen die het treft. Maar het is opmerkelijk dat die onvrede ook binnen de gemeenteraad leeft. In maart van dit jaar heeft de raad nog de nota Integrale Handhaving besproken en vastgesteld. Geen woord toen over de wijze van handhaving en prioritering op het terrein van omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen.

Handhaving heeft twee aangrijpingspunten. De burger die verzoekt om handhaving (vaak als gevolg van burentwist) of de controlerend ambtenaar die een overtreding constateert. En dan komt de vraag, gaan we handhaven of gedogen of zelfs de regels aanpassen?

Soms treedt de overheid bewust niet op bij het niet naleven van wetten en regelgeving door burgers, bedrijven etc. Enkele decennia geleden vonden we dat gedogen nog niet zo’n probleem. Sterker nog, we waren trots op ons tolerant Nederland. Er moet toch ook ‘wat kunnen’ en af en toe een oogje dichtknijpen houdt de samenleving leefbaar. Elkaar wat ruimte gunnen voor een eigen inkleuring.

Maar de samenleving verandert. Het wordt drukker, haastiger en we vinden al lang niet meer allemaal hetzelfde. We kunnen ook veel minder van elkaar hebben, en de terreur van de markt dwingt ons vooral naar het economisch belang te kijken. Het ‘ik-tijdperk’ dendert door!

Er zijn veel te veel regels, vooral als we er last van hebben. Maar natuurlijk moet de overheid diezelfde regels wel handhaven, als we last hebben van de ‘buren’.

Voor het gemeentebestuur is handhaven lastig. Zonder regels ligt willekeur en vriendjespolitiek op de loer. De oplossing: je beschrijft hoe je omgaat met handhaven. In een handhavingsnota. In Putten hebben we zo’n nota, onlangs nog door de raad vastgesteld. Het college komt binnenkort met een aanvullende notitie. Een overheid moet prioriteiten stellen, ook bij het handhaven. Niet op alles schieten wat beweegt.

Maar eerlijk is eerlijk, het probleem zit dieper. Bij gemeenten zit de wetgevende macht (het opstellen van regels) en de uitvoerende macht (het handhaven) in één hand. Deze weeffout in ons staats- en bestuursrecht maakt het lokale bestuurders niet gemakkelijk om het goed te doen. Het leerstuk van de scheiding der machten bestaat al een paar jaar, maar de lessen van Montesquieu zijn in ons land niet altijd even consequent doorgevoerd. Vooralsnog moeten we roeien met de riemen die we hebben. Maar wel graag op een integere manier.

Bespiegeling: Ietsje minder

Geplaatst op 21 september 2012

‘Goedemorgen mijnheer, heeft u even tijd voor een korte telefonische enquête’, klinkt een geveinsde vrolijkert aan de andere kant van het draad. ‘Waar gaat het om’, erger ik onverholen.’ ‘Wij zijn een onafhankelijk onderzoeksbureau dat in opdracht van Wij Putten in kaart wil brengen waar volgens de burger op kan worden bezuinigd in uw groenrijke gemeente. Tevens maakt u kans op een aardigheidje, beschikbaar gesteld door de fractie.’ ‘Hoe lang gaat dat onderzoekje duren en wat behelsd dat kleinood. Ik heb namelijk niets met bezuinigen’, drein ik. De broekriem blijven aanhalen begint mij mateloos te irriteren.

‘Het tijdspad is afhankelijk van uw beantwoording’, antwoordt de telefoonstem nog steeds blijmoedig. ‘ Onder de geënquêteerde wordt een heisessie met het voltallig gemeentebestuur verloot om inzichten te delen.’ ‘Barst maar los’, kir ik frivool. Ik begin er zowaar zin in te krijgen bij het vooruitzicht onze notabelen eens wat empathie bij te mogen brengen en eens flink in het rond te schoppen.

‘Alvorens daadwerkelijk tot de beoogde vraagstelling over te gaan wil ik graag eerst uw persoonlijke situatie een plek in de kaartenbak geven om een en ander in perspectief te zien,’ vervolgt de vraagsteller. ‘Bezit u een eigen woning’, begint de enquêteer. ‘Ja’, antwoord ik kriegel. ‘Wat wilt u hiermee insinueren. Dat ik profiteer van hypotheekrenteaftrek ten koste van huurders die zich geen eigen woning kan permitteren en inhalig ben’. ‘Nee mijnheer, ik verifieer slechts uw status’, klinkt de stem. ‘ Conclusies verbind ik hier niet aan. De volgende vraag betreft uw inkomen. Hoe zou u deze omschrijven’? ‘Schraal’, antwoord ik. Mij valt een uitkering ten deel. Of wordt dat gezien als graaien uit de staatskas. Dat ik achterover leunend mijn hand ophoudt. Ik heb hier altijd voor betaald en het is dan ook niet meer dan een verworven recht.’ Mijn ergernis is progressief en ik wind me steeds meer op. De telefoonstem gaat onverdroten voort. ‘Beschikt uw vrouw over een betaalde baan?’  ‘Ja, zei genereert ook enig inkomen, of vindt u dat tweeverdieners extra belast moeten worden?’ ‘Ik vind helemaal niks mijnheer, ik beperk me tot feitelijkheden.’

‘De volgende vraag betreft uw gezinssamenstelling. Omvat uw gezin ook kinderen?’ Mijn tenen beginnen zich te krommen. ‘Ja’, antwoord ik. ‘Twee heerlijke kinderen. En nu wilt u mij er zeker op wijzen dat ik dientengevolge een bijdrage in de vorm van kinderbijslag ontvang en kinderloze deze geldsom jaarlijks ontberen en er sprake is van discriminatie.’

‘U vat het allemaal veel te persoonlijk op mijnheer, ik vorm mij geen mening, distilleer enkel objectief het gesproken.’

‘Een laatste vraag alvorens de enquête te starten wil ik u nog stellen. Hebt u kinderen die studeren?’ ‘Of zij een studiebeurs ontvangen wilt u vragen. Ja, die nuttigen mijn kinderen, inclusief ov-jaarkaart. Nu moet u er potdomme mee ophouden mij er op te wijzen dat wij in Luilekkerland wonen en het best allemaal een beetje minder kan. Ik dacht dat u namens Wij Putten onze gemeente onder de loep wilde nemen. Weet u wat, ik distantieer mij hierbij van verdere deelneming aan uw enquête, het wordt mij te persoonlijk.’

‘Uiteraard respecteer ik uw mening’, blaat de vrager, ‘maar beseft u zich wel dat u hierdoor de kans op de heisessie elimineert?’  ‘Deze consequentie is mij zonneklaar, maar doet mijn standpunt niet wijzigen’, antwoord ik met de bokkenpruik op. ‘Het lijkt mij zinvoller als Wij Putten zelf de hei opklost met de gemeente en bezuinigingen aan de kaak stelt’.

‘Ik zal uw zienswijze meenemen en de fractie er deelgenoot van maken. Mag ik u namens Wij Putten danken voor uw tijd’.

 

Bespiegeling: Een beetje meer donker

Geplaatst op 11 september 2012

De kwalificatie ‘helder licht’ gaat geheel aan mij voorbij. Kaarslicht is wat er bij mij schemert, wel zo gezellig. Bij helder licht denk ik aan Tl-buizen. Niets ontziende balken die bakken licht de ruimte in smijten en verbeelding neersabelen.

Kaarslicht is dus meer mijn ding. Het flikkert zo lekker en het lichtje haalt de scherpe kantjes er een beetje van af, doet gemoedelijk aan en respecteert de schaduwzijde, maar dit terzijde.

Als min of meer noodgedwongen aanhanger van het joggen zwalk ik in die hoedanigheid nogal eens langs het asfalt. Wat mij tijdens deze exercities opvalt, is de hoeveelheid licht die mij wil vangen. Het bos lijkt de enige plek waar lichtval beperkt wordt tot wat de maan ons toevertrouwd. Al dravend in mijn belachelijk strakke broekje denk ik vaak aan mooie dingen, dit maakt de fysieke inspanning dragelijker, en fantaseer weleens dat er allemaal kaarsjes langs de weg staan te branden. Van die waxinelichtjes, die kosten bijna niks bij de Action. De aanblik is oergezellig en er is net voldoende licht om tegen aan te schurken.

Als ik tijdens een zelfkastijdingsessie langs de Rijksweg strompel kan ik mij laven aan overmatig licht, niks waxinelichtjes. Handig is het wel, die zeeën licht; ik kan mijn hartslagmeter makkelijk aflezen, al constateer ik telkens weer dat mijn hartspier zich beklaagt. Het moet toch klappen geld kosten, al dat gelicht, een beetje meer donker zal toch niet per definitie leiden tot een toename van duistere zaakjes of levensbedreigende situaties.

In gemeente Buren (nabij Tiel) schijnen ze het licht gezien te hebben. Kritisch wordt daar gekeken of het allemaal niet wat minder kan met het rondstrooien van licht; bewust verlichten dus. Het beperkt de CO2 uitstoot en uiteraard kosten. Lichtbronnen die aan vervanging toe zijn worden kritisch getoetst op hun meerwaarde. Generen ze die niet, dan valt het doek en mag de nacht het overnemen. Criterium is wel dat het wegvallen van het licht de verkeers-en sociale veiligheid niet in gevaar brengt. Ook dimmers om de verlichting naar behoefte te regelen staat op het verlanglijstje. Een pientere gemeente dat Buren.

Nu broodnodige bezuinigingen ook in Putten drastische maatregelen noodzaken is het misschien zinvol eens een lijntje naar Buren uit te gooien. De door hun gebezigde lichtvisie zou onze gemeente ook wel eens kunnen verrijken. Mocht B & W het idee niet als verlichtend zien, rest ons niets anders dan enige fysieke druk uit te oefenen in de vorm van een ludieke actie: de hoofdschakelaars van ons plaatselijke lichtnetwerk onklaar maken en zo de gemeente overschaduwen, kortom rebelleren. Heerlijk toch!

Ik wil u in dat geval oproepen massaal waxinelichtjes in te kopen om ons de weg te wijzen. De Action weet er al van en heeft de voorraad opgeplust. Bij aankoop van twee familiezakken lichtjes ontvangt u tevens een knijpkat. Deze duurzame lichtbron geeft een helder beeld en sprankelt in donkere dagen. Een vereiste is wel dat u net als bij bezuinigen blijft knijpen!

Bespiegeling: Examen-stress

Geplaatst op 7 september 2012

Examen en stress, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een stress-test voor kleine gemeenten, zo lees ik in Binnenlands Bestuur van 5 september jl. De VNG krijgt kennelijk nogal wat verzoeken van kleine gemeenten voor een op maat gesneden stress-test. Kunnen we dan echt onze eigen financiële situatie niet meer overzien? Dat zou een zorgelijke situatie zijn. Te weinig bestuurskracht?

O jee, wat zei Pechtold onlangs ook al weer over de gemeentelijke bestuurskracht in Binnenlands Bestuur? Wel, hij pleitte er opnieuw voor om het aantal gemeenten terug te brengen van 415 naar 200. Ai, Putten behoort niet tot de 200 grootste gemeenten van Nederland. Kleinere gemeenten hebben te weinig bestuurskracht, vindt Pechtold. Hulpconstructies als de Regio Noord Veluwe (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen) vindt Pechtold, net zoals Arie Slob, ondemocratisch. Dus dat is niet de oplossing. Daar ben ik het overigens wel mee eens.

Blijft voor Pechtold maar één oplossing over: herindelen. Op de vraag of dat vrijwillig mag is het antwoord van Pechtold helder: ja, als ze maar binnen twee jaar slagen voor het ‘bestuurskracht-examen’. Anders verplicht herindelen! Stress in het gemeentehuis.

Bureaucratisch gedoe, dat afleidt van het reguliere werk.

Maar er zijn meer smaken dan alleen een gemeenschappelijke regeling of herindeling. Die alternatieven zullen door kleinere gemeenten in de komende jaren verkend moeten worden. Gericht samenwerken met behoud van eigen identiteit en zeggenschap. Niet als dogma, maar gewoon omdat het soms verstandig is.

Gericht samenwerken, voor zover dat nodig is, zorgt ervoor dat de huidige gemeenten hun eigenheid kunnen vasthouden. Zo blijft er nog iets over van de pluriformiteit in ons staatsbestel.

In één van de vele verkiezings-interviews werd Pechtold de vraag gesteld of in Nederland het aantal politieke partijen niet drastisch moet worden verminderd; of D66 niet moest fuseren met andere partijen? Dat vond hij niet zo’n goed idee. Dus geen bestuurskracht-examen voor politieke partijen of afdelingen. Tja, als het over jezelf gaat wordt het ineens anders.

Campagne om nieuwe leden te werven

Geplaatst op 4 juli 2012

Wij Putten start een campagne om nieuwe leden te werven. “We willen ons verder verbreden, om nog meer draagvlak te krijgen in de Puttense samenleving”, zegt partijvoorzitter Gert van Westing.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 heeft Wij Putten vriend en vijand verrast door vanuit het niets de op een na grootste partij in de Puttense politiek te worden. In de campagne en ook daarna heeft Wij Putten zich geprofileerd als een partij die z’n werk doet in de raad, maar vooral ook daarbuiten. Onder de noemer ‘eropaf’ leggen raadsleden en bestuursleden regelmatig hun oor te luisteren bij Puttense verenigingen en organisaties, of ze steken de handen uit de mouwen bij evenementen als de Opschoondag. Ook gaat de partij systematisch de wijken in Putten langs, om mensen huis aan huis naar hun wijkbeleving te vragen. “Politiek is meer dan stukken lezen en vergaderen op het gemeentehuis”, zegt partijvoorzitter Gert van Westing. “We willen weten wat er leeft en op die manier ook de afstand tussen de Puttenaar en de politiek verkleinen.”

Om dezelfde reden wil de partij nu de basis verder verbreden. “We hebben op zich geen klagen over het ledental, dat de laatste twee jaar bijna is verdubbeld. Maar we hebben ervoor gekozen om een brede partij te zijn, met ruimte voor alle Puttenaren: jong en oud, man of vrouw, kerkelijk of niet en ga zo maar door. Om op die manier samen te werken aan een dorp waar het nog prettiger wonen is, voor iedereen. Dat gaat het best als we breed draagvlak hebben, met inbreng van velen”, aldus Van Westing.
Over niet al te lange tijd wordt dat heel concreet, want bij de partij wordt al nagedacht over het nieuwe verkiezingsprogramma. “De verkiezingen van 2014 lijken nog ver weg, maar we willen ruim de tijd nemen om met een verrassend, maar gedegen programma te komen. Dat kan niet zonder inbreng van leden.”
Meer weten of lid worden?

Bespiegeling: Handhaving

Geplaatst op 29 mei 2012

Een ambtenaar van de gemeente Putten ziet in het buiten gebied een container staan welke gebruikt wordt als schuilgelegenheid voor een paard en andere dieren.

De bewoners krijgen een bezoek van de ambtenaar met de melding  dat de container illegaal is, deze beroepen zich op het recht dat er 30 m2 vergunningloos mag staan. De ambtenaar vindt van niet, dit moet op het gemeentehuis worden uitgezocht.

De bewoners gaan naar de gemeente om te praten. Men krijgt te horen dat het washok legaal is en de rest illegaal t.w. het huis de schuur en twee kippenhokken. Ze moeten zelf het tegendeel bewijzen (middels foto’s etc.). Het pand is enkele jaren geleden gekocht via een plaatselijke makelaar, deze wordt  ingelicht. Vorige eigenaren worden bezocht voor foto’s en handtekeningen, welke ook worden verkregen.

Met deze foto’s en handtekeningen gaat de bewoner nog en keer naar het gemeentehuis. De ambtenaar is nog niet overtuigd.

De makelaar wordt om advies gevraagd, deze gaat mee naar het gemeentehuis om te controleren wat er in het dossier zit. Het dossier bevat een vergunning met tekeningen voor een washok en twee kippenhokken. Het washok is op tekening gesitueerd tussen het huis en de schuur en er staat bij geschreven woning en schuur. Op tekening staat dat er aan de kant van het huis gedeeltelijk geen fundatie is en aan de schuurkant helemaal geen fundatie is; d.w.z. als het huis en de schuur er niet zouden zijn mist het washok twee zijden. De aanvraag datum was van 1957 en vergunt,  de vergunning voor de kippenhokken was van 1949. De makelaar vindt dit voldoende voor de verkoop voor een dergelijk oud huis.

De bewoner gaat nogmaals naar het gemeentehuis met nog meer foto’s, handtekeningen en de mededeling van de makelaar dat het dossier voldoende gegevens bevat. Op één van de foto’s was te zien ( ten opzichte van een andere foto )dat een spijl en een klapraam van een kozijn in de zijgevel er niet meer inzitten. Dat was wel een gevel wijziging, dus zo serieus zijn de vorig eigenaren ook weer niet geweest zijn, aldus de ambtenaar.

Makelaar gaat met bewoner gaan naar archiefbeheer om te laten zien wat in het dossier zit. Bij inzien van het dossier blijkt dat de tekeningen van de kippenhokken er niet meer in zitten. Na zoekwerk van archiefpersoneel bleek dat de tekeningen er uit waren gehaald ( op advies van de behandelend ambtenaar ) omdat de ambtenaar tot de ontdekking was gekomen dat deze bij een ander adres zouden horen. Archief personeel  stelt voor om in het archief op het oude huisnummer te kijken. Vroeger waren er geen straatnamen, maar nummers b.v.  E …. In dat dossier zit gelukkig de vergunning van 1922, maar er staat niets in over de schuur die van de zelfde tijd is. De schuur is van de zelfde datum, dit is te zien aan het soort stenen. De behandelend ambtenaar werd erbij gehaald. Hij vertelde dat het wel mogelijk was dat er geen aparte vergunning voor was afgegeven. Maar de schuur zou dan niet hoger mogen zijn dan 5 m, anders zou daar ook zeker een bouw vergunning voor afgegeven moeten zijn en dus moest dat wel even nagemeten worden.  Bij nameten van de schuur blijkt deze lager dan 5 m te zijn. Laatst punt van de ambtnaar; een van de  kippenhok staat buiten de rooilijn, daar moet een tekening voor komen en een vergunning worden aangevraagd.

Bewoners  gaan opnieuw naar de vorige bewoners voor nog meer bewijs. De eigenaar van de periode van 1950 tot 1985 is weduwe van 84 weet ook niet wat ze moet doen, maar de zoon wil wel verklaren dat alles er tenminste vanaf 1950 staat.

Opnieuw gaan bewoners naar het gemeentehuis met de zoon en makelaar. De makelaar had nog foto’s van kippenhokken uit het Barnevelds museum, deze waren gelijk aan deze hokken. Ook dit  hielp niet om aan te tonen dat het kippenhok er al sinds 1950 moet hebben gestaan. Men stuit wederom op stuk………  waar ze niet goed van werden. Dus een afspraak met de wethouder gemaakt.

Week later naar de wethouder, alles nogmaals doorgenomen. Waarschijnlijk zal alles goed komen volgens de wethouder. De aanwezige behandelend ambtenaar wees de bewoner erop dat er voor het kippenhok dat niet binnen de rooilijn staat zeker alsnog een vergunning moet komen en zal  er 1,5 maal de standaard leges betaald moeten worden omdat de vergunning achteraf is aangevraagd. Dit is drie dagen later door de wethouder nog eens bevestigd.   Overigens is het de bewoners niet duidelijk gemaakt welke vigerende regelgeving van toepassing is betreffende  een kippenhok van 1950 welke op de rooilijn staat, om daar alsnog een tekening en vergunning voor te vragen.

Wordt vervolgd.

Bespiegeling: Debat over regionalisering

Geplaatst op 11 mei 2012

CU-raadslid Peter Brink wil een politiek debat over het samenwerken van Putten met andere gemeenten in de regio, zo schrijft hij in zijn laatste column. Een minder saai onderwerp dan het lijkt. Daarom wil ik wel een aftrapje doen met een paar discussiestellingen. Maar eerst even een korte inleiding.

De gemeente Putten werkt al in de regio samen op verschillende fronten. Denk aan: de Regio Noord Veluwe, GGD, Veiligheidsregio, etc. Daarnaast moet Putten met andere gemeenten gaan samenwerken op milieugebied (RUD). Volgens een presentatie van enige maanden geleden gaat Putten dat jaarlijks ruim € 300.000 kosten. En er ligt een voorstel om een regionale bedrijfsvoeringsdienst in het leven te roepen. Bij de presentatie van die plannen werd ons te verstaan gegeven dat zoiets ook geld gaat kosten.

Stelling 1: Samenwerken moet wel iets opleveren

In het coalitieakkoord van 2010 hebben we gezegd dat Putten meer in de regio moet gaan samenwerken. Daardoor kunnen we op de ambtelijke capaciteit in Putten besparen, en dat moet dan € 250.000 opleveren.

We zouden daarbij geen bevoegdheden overdragen richting regio, wel uitvoerende taken. Achterliggende gedachte daarbij is dat het voor de Puttenaren en het gemeentebestuur niets uitmaakt  of de OZB-aanslag uit bijvoorbeeld Zwolle of Ede komt of van het Fontanusplein.

Echter, de samenwerking in de RUD levert geen geld op, zoals elders in het land, maar kost de gemeente geld. Samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering gaat ook al geld kosten. Dan ben je niet echt slim bezig!

Stelling 2: Liever een 7 lokaal dan een 8 regionaal

Voorstanders van schaalvergroting komen steevast met het argument dat in een grotere organisatie meer ruimte is voor specialisatie. Lees: meer kwaliteit. En natuurlijk, het kan altijd beter en mooier. De vraag is wel of je die verbetering altijd moet nastreven. Een grotere organisatie betekent meer overleg, meer overhead. Daarbij komt dat de wet van de verminderende meeropbrengst geldt. Je moet steeds meer investeren in een steeds kleiner wordende opbrengst.

Maar zijn we dan zo ontevreden over de kwaliteit van het Puttense gemeentebestuur? Ik geef Putten wel een voldoende. En stel dat anderen wel vinden dat er onvoldoende kwaliteit is en er daarom geregionaliseerd moet worden? Dan zou de discussie volgens mij daar over moeten gaan. Nu lijkt het meer op een vlucht naar voren.

Stelling 3: Zelfstandigheid mag een cent kosten

Regio-bestuur wordt ook wel verlengd lokaal bestuur genoemd. Maar er is weinig lokaals aan een regio. De regiobestuurders zijn geen verantwoording schuldig aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten. De mogelijkheden om zo’n regionale organisatie aan te sturen vanuit Putten zijn omslachtig en beperkt. Dat geldt al voor het college, maar zeker voor de raad.

Voor de burgers is zo’n regio al helemaal de ‘ver van mijn bed-show’. Ze kunnen niet stemmen op de bestuursleden van de regio en hebben dus geen enkele directe invloed. Daar komt nog bij dat het regiobestuur nogal in zichzelf is gekeerd. Daar ligt overigens ook een serieus verbeterpunt voor de Puttense raad. De raad moet daar zelf ook actiever in worden. Blijft het feit dat de zeggenschap over de regio beperkt is.

Tot slot leidt het uitbesteden van veel taken aan de regio tot een onbalans bij de achterblijvende gemeentelijke organisatie. In gewoon Nederlands: een uitgeklede organisatie. De stap naar een gemeentelijke herindeling is dan al bijna gemaakt. Dat lijkt me echt onwenselijk.

Natuurlijk, een zelfstandige gemeente heeft zijn prijs. Maar voor Putten blijkt die prijs steeds weer lager te zijn dan het uitbesteden aan de regio. Dus …

Peter Brink wordt ondertussen op zijn wenken bediend. Binnenkort moet de raad wat vinden van de RUD, MeerinZicht, begrotingen van RNV, etc. Mogelijkheden te over voor interessante raadsdebatten over nut en noodzaak van regionaliseren.