Elk jaar ontvangen we op Goedland een bedrijf of individuele vrijwilligers om ons een handje te helpen. Het is altijd even afwachten: wat voor mensen zijn het en hebben ze twee linker- of rechterhanden? Het is altijd spannend of het wel een fijne dag wordt voor beide partijen. En natuurlijk: zal de klus geklaard worden of moeten we daarna nog een aantal dagen doorklussen om het af te krijgen? Een uitdaging en altijd leuk!
Dit keer kwam Wij Putten, bij monde van Arap-John Tigchelaar, met het idee om zich voor Goedland in te zetten. Evert Doppenberg kwam een paar keer langs in verband met de voorbereiding. Wij zorgden voor de materialen, Evert zou een kraantje regelen en zo zou het die dag wel goedkomen. Alleen op het weer hadden we geen invloed…
NL Doet, 17 maart: nog voor 9.00 uur kwamen de eerste klussers op de fiets al aan. Een strakblauwe lucht, een kop koffie, koek en een flink portie zin: de zaterdag kon niet meer stuk. We hebben het geweten: Evert ging als een waakhond achter de klussen aan: spitten, graven, aansturen en de kraanmachinist de weg wijzen. Arap-John en medeklussers waren aan het zagen (wat heeft die man allemaal bij zich in zijn bus…), schroeven en ploeteren, met als resultaat drie zeer stevige compostbakken. Alsof dat niet genoeg was, maakten ze ook een leuke loopbrug over ons slootje bij de moestuin.
De stratenmaker die Wij Putten had geregeld, ging als een bliksemschicht door de twee terrasjes die hij bij de varkens en geiten zou aanleggen. De ploegen die meehielpen met graven en stenen aandragen, konden hem bijna niet bijhouden. Behalve de Wij Puttenaren werkten er ook twee individuele deelnemers mee met sjouwen en graven: Steven en Gerrie. Gerrie heeft een klus geklaard die al vier jaar op vaardige handen lag te wachten: het aanpakken van de onkruidrand rond de kippenweide.
Ook de moestuin en de heg werden onder handen genomen. Sommige klussers hadden zelfs eigen gereedschap meegenomen. Het graafmachinetje deed het grove werk, maar planten moesten eruit en weer teruggeplaatst worden, de heg gesnoeid, onkruid eruit. Met zweet op het voorhoofd en de rug werd ook deze klus met een groot portie inzet geklaard. Uiteindelijk is met man en macht al het overtollige zand weggewerkt naar het weiland, met de tractor, een klus waarbij Arap-John in z’n element was! De grote groep kinderen die meekwam, heeft zich uitstekend vermaakt op Goedland. Erg leuk om te zien.
Tijdens een uitgebreide lunch hebben we met de deelnemers van NL Doet gesproken. Wat is het fijn om niet alleen goede klussers te gast te hebben, maar ook zo’n groot aantal aardige mensen te ontmoeten! We voelden ons helemaal thuis met deze groep van Wij Putten. We bedanken dan ook iedereen van harte voor het harde werken, de mooie resultaten en de fijne sfeer!
Verony en Andrea, Zorgboerderij Goedland
De maand maart zit erop. Het begon en eindigde met Afval. Op donderdag 1 maart jl. diende Wij Putten samen met de ChristenUnie en SGP een motie in met een oproep aan het college om zich richting Den Haag hard te maken voor het invoeren van statiegeld op kleine plasticflesjes en blikjes. Dit ter voorkoming van zwerfafval. Veel effect haalde de motie niet uit, in de Tweede Kamer blijkt er zelfs een meerderheid te zijn om ook het statiegeld op de grote plastic flessen af te schaffen. De producenten betalen liever een fooi aan de gemeenten om de troep op te ruimen.
Dat die plastic (water)flesjes en blikjes overal rondzwerven bleek wel tijdens de Nationale Opschoondag op zaterdag 10 maart jl, waaraan Wij Putten uiteraard ook meedeed.
Op dinsdag 20 maart jl. stond de nota “Herijking Afvalbeheer Putten 2011 – 2017” op de agenda van de commissie Ruimtelijke Zaken. Uit die nota blijkt dat de Puttenaren, in vergelijking met anderen, heel goed met afval omgaan. Toch wil de gemeente het restafval in de blauwe zak, nog verder verminderen. Wij Putten steunt het college daar in omdat we zuinig willen omgaan met grondstoffen. Er moet ook een leefbare wereld overblijven voor de generaties na ons.
Op 27 maart 2012 trad wethouder Koekkoek op in het NCRV programma ‘Altijd wat’. Dat programma ging over het afvalinzameling in Nederland. De gemeente Diemen werd opgevoerd als de duurste gemeente van Nederland, Putten als de goedkoopste gemeente op afvalgebied. En Roelof Koekkoek mocht uitleggen hoe dat kan. Putten ook eens positief op tv. Voor wie de uitzending nog een keer wil nazien:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1245545 (vanaf de 25e minuut).
Afgelopen donderdag was het voorlopige sluitstuk van de afvalmaand. De raadsvergadering. We hebben besloten om in het najaar te gaan praten over het heel goedkoop maken van het GFT afval. Dat betekent wel dat de blauwe zak iets duurder moet worden. Maar wie zijn afval keurig scheidt, zal uiteindelijk goedkoper uit zijn. Ook gaan we het dan, op verzoek van de Wij Putten fractie, hebben over het invoeren van een kleine blauwe zak. Natuurlijk blijft de bestaande blauwe zak van 50 liter bestaan, maar Wij Putten denkt dat het ook handig is om een 20 of 30 liter blauwe zak in te voeren. Alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens doen er nu veel te lang over om een blauwe zak vol te krijgen.
In de raadsvergadering heb ik ook gepleit om het Afvalbrengstation op de Hoge Eng één avond per week (liefst de vrijdagavond) open te stellen voor het brengen van gratis tuinafval. Elders in Nederland zijn dit soort initiatieven een groot succes.
In 2013 gaan we vervolgens praten over het eventueel invoeren van mini-containers, ook wel Kliko’s of Otto’s genaamd (u kent ze uit het straatbeeld van Ermelo, Garderen en Voorthuizen). Wij Putten wil bij die discussie de eigen inwoners graag betrekken. Ik ben trouwens benieuwd of het mogelijk zal zijn om de inwoners een keuzemogelijkheid te bieden.
Voor Wij Putten is verdergaande afvalscheiding met een hoog serviceniveau tegen zo laag mogelijke kosten de essentie van het afvalbeleid.
PUTTEN – Een delegatie van de fractie en het bestuur van Wij Putten heeft afgelopen vrijdag een werkbezoek gebracht aan Landal-park De Heihaas aan de Voorthuizerstraat. Dit omdat toerisme voor Putten een belangrijke sector is en de partij wil weten wat er speelt en zich afvraagt hoe Putten zijn aantrekkingskracht kan behouden.
De groep werd te woord gestaan door algemeen manager Sander de Haas, die sinds een halfjaar de scepter zwaait over het park. Het uit de jaren ’70 stammende park telt 186 huisjes en kan bij volle bezetting 625 mensen herbergen.
Heet hangijzer in de recreatieve sector is de tijdelijke verhuur aan Oost-Europeanen, die in en rond Putten werken. Veel bedrijven willen er niet mee geassocieerd worden, vertelt De Haas, maar De Heihaas heeft er zes huisjes voor gereserveerd. Het bedrijf heeft goede afspraken met de twee uitzendbureaus die deze huisjes huren, waardoor de combinatie van wonen en recreëren geen problemen oplevert.
Verder kwam naar voren dat de Heihaas vooral ook een Puttens bedrijf wil zijn. “De mensen komen tegenwoordig niet meer voor de luxe in de huisjes, want die hebben ze thuis ook. Ze komen voor de omgeving, de Veluwe, maar ook voor Putten”, aldus De Haas. Hij zou dan ook graag meer contacten willen hebben met Puttense ondernemers, om arrangementen te kunnen organiseren of lokale producten aan te kunnen bieden. Ook hecht hij waarde aan het Toeristisch Platform Putten, dat volgens hem een belangrijke rol kan spelen in de verdere ontwikkeling van het toerisme in Putten. De zestig mensen die bij het bedrijf werken, komen voor het grootste deel uit Putten.
Voor Wij Putten was het een leerzame ontmoeting. De partij wil de komende tijd meer van dit soort bezoeken afleggen.
Graag wil ik u voorstellen aan mijn schoonmoeder; Willempje heet ze, Wil noemen we haar. Noeste werker, wars van uiterlijk vertoon. Een groot deel van haar leven staat in het teken van het onbezoldigd helpen van anderen. Van boompjes trekken op de hei tot liturgieën vouwen in de kerk. Ook wil ze weleens rolstoelbanden plakken in het verzorgingshuis. ‘Die krengen gaan altijd lek’, verhaalt ze vaak bombastisch.
Vorige week zat ze nog vogelhuisjes te timmeren. Ook het dierenrijk mag rekenen op haar aandacht. Het helpen ziet ze niet als iets verheffends. Geven om een ander is wat haar drijft.
NL-doet, de jaarlijks terugkerende vrijwilligers dag, kende dit jaar haar achtste editie. Ruim driehonderdduizend Nederlanders probeerden iets voor een ander te betekenen, zonder financieel gewin, maar wel rijkelijk beloond door warme emoties.
Onze vorstin stortte zich wellustig op het soppen van honden, het schuim vlokte vrolijk in het rond. De kroonprins en zijn gemaal voelden zich weer even hopman en timmerde er amechtig op los om zo het padvinders clubhuis te pimpen. Burgervader Omta uit Ermelo zat naast mijn schoonmoeder rolstoelen op te poetsen dat het een lust was. Wij Putten leden lieten zich ook niet onbetuigd en zorgden op de boerderij.
Ik heb scherpzinnig gespeurd om te ontwaren waar Lambooy en kornuiten die dag probeerden uit te dragen waar ze toch voor horen te staan: gemeenschapszin en naastenliefde. Nergens kon ik de mannen vinden. Geen Lambooy die met ferme passen het Husselerveld op beent om die verrekte hondenpoep op te snuiven, om vervolgens met een schepje het veld proper te maken. En Koekkoek, u weet wel, van Wij Putten. Even dacht ik dat ik hem zag; pet op de kop, druk bezig een hectare of vijf af te palen om een landgoedje samen te stellen. Of Gerritsen die eigenhandig sleuven aan het spitten is in het buitengebied, zodat boeren en buitenlui ook glasvezel mogen beleven. Het bleken slechts hersenspinsels. B&W was waarschijnlijk het besturen moe en had het weekend nodig om aan te sterken. Of de winterbanden moesten hoognodig plaats maken voor iets zomers en werd er gekrikt.
Koekkoek vertoefde ook nog elders. Volgens een bron die anoniem wenst te blijven, brengt hij de laatste weken, naast het palen, veel tijd door bij Sauna-drome. Niet beroepsmatig, wat in de lijn der verwachtingen zou liggen, maar om aan het lichaam te werken. Koekkoek gaat namelijk het plasma betreden en wil een kekke indruk maken. De NCRV wil graag weten hoe het toch kan dat afval in Putten zo zacht geprijsd is. Al met al gewichtige zaken die geen uitstel dulden.
Het is toch schrijnend dat B&W geen zichtbare pogingen hebben ondernomen een bijdrage te leveren aan de vrijwilligersdag. Een gebrek aan empathie of onverschilligheid?
Het bekleden van een publieke betrekking schept verwachtingen en verplichtingen. Een voorbeeldfunctie vervullen is daar één van. Rest hen dan ook boetedoening middels pek en veren, aangevuld door stevige Kamervragen.
Toch wil ik de heren nog een kans geven en oproepen een dagje als vrijwilliger door het leven te gaan. Het zal u verbazen hoe fijn het is om te geven en de rijkdom die u overspoeld zal u overweldigen. Mocht u het moeilijk vinden iets vrijwilligs te vinden, dan kunt u altijd mijn schoonmoeder bellen; er staan nog zat van die lekke krengen!
“Kunst verrijkt en draagt bij aan de educatie en vorming”, staat geschreven in ons verkiezingsprogramma. Tijd voor een kijkje in de kunstkelder.
Met een kleine delegatie zijn wij bij de opening van de nieuwe expositie op 16 maart jl.. Werken van drie schilders en een beeldhouwer versieren de ruimte. Verbaasd zijn wij over de grote opkomst, wel tachtig man.
Kunst in de kelder is 33 jaar geleden in het leven geroepen door Atty Heijting. Na al die jaren zet Atty zich met even veel enthousiasme in, om wisselende exposities met verschillende kunstenaars, te realiseren. Op onze vraag of de bestaande ruimte in de kelder voldoet als volwaardig expositieruimte, kon Atty ons vertellen dat niet alleen zij, maar ook de kunstenaars zeer tevreden zijn. Door de grote oppervlakte van de kelder, krijgt het geëxposeerde werk rust en ruimte om volledig tot zijn recht te komen.
De kunstkelder wordt gefinancierd door verkoopexposities waar de kunstenaars een klein bedrag afstaan. Daarnaast ontvangen ze een klein subsidiebedrag van de gemeente. Er wordt geen winst gemaakt. Elke euro wordt geïnvesteerd in de voortzetting.
Putten kan trots zijn op haar kunstkelder! Zeker de moeite waard om te bezoeken.
“Als je heel goed kijkt, kun je zien dat er wat deelnemers van Wij Putten meedoen”, zei wethouder Roelof Koekkoek in zijn peptalk, voorafgaand aan de nationale opschoondag. “En ook andere partijen, alle partijen zijn eigenlijk vertegenwoordigd”, zei hij. “Nou ja, bijna alle”, verbeterde hij zich.
Wie afgelopen zaterdagochtend tegen negen uur in de ontvangstzaal van het gemeentehuis was, kon er niet omheen: de zaal zag wit van de Wij Putters. Het waren dan ook niet minder dan 36 leden, inclusief eventuele kinderen, die voorafgaand aan het opschonen bijna allemaal ook nog even op de foto gingen.
En toen ging het werk beginnen, in drie ploegen. Eén nam de wijk tussen de Garderenseweg, de Calacariaweg, de Sprielderweg en de Voorthuizerstraat, ploeg twee pakte de wijk daartegenover gelegen aan de andere kant van de Voorthuizerstraat en begrensd door de Halvinkhuizerweg, terwijl groep drie een route nam langs de Voorthuizerstraat, de Van Geenstraat, en de Halvinkhuizerweg, eindigend op de Gervenhof.
Gelukkig lag er weer een hoop troep, want je komt niet graag voor jan doedel op zaterdag zo vroeg je bed uit. Flessen, blikjes, restanten van vuurwerk, veel verpakkingsmateriaal, volle luiers en ga zo maar door. Met name de vele perkjes bleken een handige plek om rommel achter te laten, liefst zo diep mogelijk onder de begroeiing, zodat het telkens weer van je grijper valt. Maar de aanhouder wint!
Het is goed dat er zoveel kinderen bij waren, want het mes snijdt daarbij aan twee kanten: vele handen maken licht werk, maar op deze leeftijd kan ook een bewustzijn ontstaan over het niet zomaar achterlaten van rommel. Want die conclusie dringt zich wel op: de rommel concentreert zich op plekken waar je kunt verwachten dat jongeren bijeenkomen.
Ook prettig dat de teams regelmatig aangemoedigd werden door bewoners en voorbijgangers. “Goed werk jongens”, of “goed bezig!” Met name de tweede helft van de ochtend waren die woorden welkom, want het gedruppel van boven begon toch wel erg op heel echte regen te lijken.
Zeikensnat, maar voldaan konden de ploegen rond het middaguur hun zakken inleveren op het Fontanusplein, waar de gemeente een heerlijke lunch had klaarstaan en Roelof de opschoners bedankte voor hun inzet. En daarna was het weer droog.
Afgelopen zaterdag organiseerde Wij Putten weer een ‘Erop Af-je’. Dit keer een wandeling in het buitengebied gelegen tussen de Donkere Steeg, Hoge Steeg en Beulekampersteeg. De tijd heeft er niet stil gestaan, maar grote schuren staan er niet. Een zaterdagmiddagje plattelandslucht snuiven. Heerlijk. Prachtige omgeving, mooie natuur. Wat valt daar nu nog aan te verbeteren? Een landgoed met nieuwe natuur?
Landgoederen. Tja, vorig jaar mei trok de gemeenteraad de stoute schoenen aan. Het voorstel om naast het bedrijventerrein Keizerswoert een landgoed te vestigen werd naar de prullenmand verwezen. Het ontwerp bestemmingsplan leed schipbreuk. Raadsbreed, ook dat nog eens. Daarmee zette de raad een opmerkelijke stap. Nam de raad daarmee ook een risico? De gedachten gaan al snel terug naar de Goorsteeg en Saunadrome.
Op 15 februari jl. deed de Raad van State uitspraak in deze zaak. De RvS stelde de gemeenteraad volledig in het gelijk. De gemeenteraad heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het plan niet voldeed aan de spelregels voor functieverandering. In geval van functieverandering moeten er namelijk ook bouwwerken worden gesloopt. Alleen het slopen van fysiek bestaande, legale, vrijkomende bebouwing telt mee. Het inbrengen van bouwrechten kan dus niet. In het voorstel zat naar ik meen 1.350 m2 aan bouwrechten.
Ook heeft de gemeenteraad terecht geconcludeerd dat het plan niet voldeed aan de spelregels voor de vestiging van nieuwe landgoederen. Op grond van dat beleid mogen slechts drie wooneenheden worden gebouwd, en niet vier zoals in dit plan.
Verder acht de RvS het standpunt van de gemeenteraad niet onjuist dat de toevoeging van vier woningen niet strookt met de kernkwaliteiten van een ‘waardevol landschap’.
Dat de initiatiefnemers meer natuur wilden realiseren dan strikt nodig was, is door de gemeenteraad terecht als geen bijzondere omstandigheid aangewezen om toch akkoord te gaan met dit plan.
Kortom, het besluit van de gemeenteraad is niet in strijd met het recht.
Wel prettig te constateren dat de RvS met deze uitspraak precies op de lijn van het betoog van Wij Putten zit. Voor de liefhebber: zie ook de bespreking van deze uitspraak op www.omgevingsweb.nl .
Wij Putten heeft in diezelfde raadsvergadering ook gevraagd om een notitie over het landgoederenbeleid. Persoonlijk ben ik niet gelukkig met dit beleid, het lijkt er op dat dit beleid alleen maar tot verstening en uitponding van het prachtige Puttense buitengebied leidt. Waarom zouden we ons inspannen om nieuwe natuur aan te leggen als de oude natuur ook heel mooi is. Of zoals Rien van den Hoek het zo krachtig formuleerde: ”Wat is er eigenlijk mis met de oude natuur?”
Vorige week zag ik een foto van Pipo de Clown en Mammaloe. “Wie zeg je?” Precies, wie kent Pipo nog? De jongere generaties moeten het doen met Bassie en Adriaan. Een heel wat minder sympathiek ogend duo. Er was eigenlijk altijd wel wat met dat tweetal. Op internet kom je zelfs het ‘Bassie en Adriaan-syndroom’ tegen, maar dat terzijde.
Het ‘Bassie & Adriaan-gevoel’ bekroop me toen ik de Sportnota las. In Putten zijn voetbal, korfbal en gymnastiek kennelijk de kernsporten. Niet iets om meteen van wakker te gaan liggen. Maar dat wordt anders als de consequentie hiervan is dat al het gemeentelijk geld vooral naar die drie kernsporten gaat en de kruimels overblijven voor de rest. Als er al wat overblijft.
Wij Putten staat positief tegenover voetbal, korfbal of gymnastiek. Maar Wij Putten staat ook positief tegenover schaken, fietscrossen, waterpolo, badminton, ga maar door. Voor ons is sport het cement in de samenleving en sport schijnt ook nog gezond te zijn.
Maar ergens positief tegenover staan betekent niet automatisch dat de lokale gemeenschap de portemonnee moet trekken. Zeker niet in deze tijd waar gemeenten voor grote bezuinigingen staan. Dat snapt iedereen, en de meeste sportverenigingen ook. Daarom proberen veel sportverengingen zelf de eindjes aan elkaar te knopen en dat gaat in Putten wonderwel goed. De tijd van de gemeentelijke subsidiespeen ligt achter ons. Zelfredzaamheid is bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning uitgangspunt, dat geldt ook voor sportverenigingen.
Dat betekent wat mij betreft niet dat de gemeente haar handen geheel aftrekt van de sport, dat zeker niet. Maar we verwachten wel de nodige zelfwerkzaamheid van de verenigingen. Niet bij ieder kunstgrasveld gelijk naar de gemeente kijken.
Sponsoring is bijvoorbeeld ook een goede methode om als vereniging geld binnen te halen. Natuurlijk is het aan de vereniging zelf wat ze met dat geld doet. Bij de meeste verenigingen profiteert de gehele vereniging van de sponsorgelden. Die verenigingen die dat niet doen, moeten niet verwachten dat de gemeente gelijk bijspringt. Ook dat hoort bij de eigen verantwoordelijkheid van sportverenigingen.
Daarom heeft Wij Putten in de raadscommissie Samenleving een iets ander verdeelsysteem voorgesteld van de sportsubsidies. Dus niet al het gemeentelijk sportgeld naar de 3 grote sporten in Putten sluizen, maar ook oog hebben voor onze kleinere sportverenigingen. In Putten mag dan 60% van de actieve sporters voetballen, korfballen of gymnastieken, de overige 40% beoefent toch echt een andere sport. De gemeente mag hen niet vergeten.
Komt bij dat we van iedere vereniging verwachten dat ze ook zelf financieel bijdragen aan noodzakelijke investeringen. Een financieel gezonde vereniging kan dat. Niet alles is voor Bassie!
Evert Doppenberg heeft al meerdere ‘Ga toch fietsen’ Eropafjes georganiseerd. Dit keer wil Evert ons ‘te voet’ meenemen. Hij noemt deze Eropaf ‘De boer op’.
De boer op is een wandeltocht van ongeveer 1,5 tot 2 uur (afhankelijk of je nog bij een boerderij wil kijken). De wandeling gaat door het buitengebied van Putten; gelegen tussen de Hoge Steeg, Donkere Steeg en de Beulekampersteeg.
Dit is een gebied waar de tijd niet heeft stilgestaan, maar nog wel buitengebied is gebleven, zonder grote nertsen-, varkens-, of kalveren fokbedrijven. Maar een plattelandsluchtje snuiven behoort zeker nog wel tot de mogelijkheden. We komen langs een 5 tal boerderijen (o.a. De Renselaar, Groot Hell en Oud Rookhuizen) waarvan de meesten een status rijksmonument hebben gekregen. Dat een enkele boerderij niet deze status heeft verkregen komt waarschijnlijk alleen maar omdat deze status nooit is aangevraagd.
De wandeling is gepland op as. zaterdag 18 februari.
Het is de bedoeling dat we met enkele auto’s om 13.30 uur vanaf het marktplein naar de Hoge Steeg rijden en van daaruit gaan wandelen.
Het Startpunt is Kruispunt Hogesteeg/Goorsteeg.
Iedereen is welkom. Ook niet-leden.
Graag vooraf opgeven bij Evert. (06-30811443) wie mee wil en wie eventueel z’n auto wil meenemen voor vervoer naar de Hoge Steeg.
Van inspanning vertrokken gezichten, de hakken letterlijk in het zand en trekken alsof je leven er vanaf hangt. Het team van Wij Putten heeft er bij de wedstrijd touwtrekken op zaterdag 4 februari alles aan gedaan om de eer van de partij te redden. Maar moest erkennen dat gebalde spieren van de meeste tegenstanders toch sterk genoeg waren om de partij fysiek uit z’n evenwicht te brengen. Fysiek, niet mentaal, want het enthousiasme en de lol waren er niet minder om, tot en met de laatste ruk.
Niet minder dan 28 herenteams en 10 damesteams hadden zich afgelopen zaterdag in de manege aan de Waterweg verzameld, voor de ludieke wedstrijden touwtrekken, die ‘Blij in Putten’ voor het derde opeenvolgende jaar had georganiseerd. Wat begon als een initiatief van een vriendengroepje, lijkt dan ook een jaarlijks terugkerend evenement te worden.
Het was dit jaar voor het eerste dat een team van Wij Putten in de paardenbak aantrad, om in pouleverband de krachten te meten met teams uit keten, van loonbedrijven, vriendengroepen, stamgasten van kroegen, aannemersteams en ga zo maar door. Aan een touw trekken, het lijkt zo simpel. Wat het lastig maakt, is dat er aan de andere kant een team staat dat precies de andere kant op trekt. Een insider wist Wij Putten te vertellen dat het voor zeventig procent aankomt op techniek. Spierkracht en gewicht zijn van ondergeschikt belang.
Het begon allemaal zo mooi, met een eerste krachtmeting, die werkelijk een makkie was. De tegenpartij bleek niet te zijn komen opdagen. Dat zijn snel verdiende punten! De tweede keer dat de partij de arena moest betreden, was het al een stuk lastiger. Bij de eerste treksessie moest Wij Putten het touw na een bittere strijd laten vieren, maar bij de tweede sessie trok het team van aannemersbedrijf Van der Hart aan het kortste eind. Om invloeden van buitenaf uit te sluiten, bestond elke wedstrijd namelijk uit twee sessies, waarbij partijen na de eerste sessie van plek wisselen. Het waren zuurverdiende punten: de ploeg was bekaf. Hoogste tijd voor een biertje.
De derde krachtmeting ging een stuk makkelijker, dat wil zeggen: de partij had geen schijn van kans en liet zich door Black Betty zonder al te veel tegenstribbelen over de streep trekken. Jammer, maar duidelijkheid heeft ook zo zijn charme. Over duidelijkheid gesproken: de strijd is pas beslist als de scheidrechter fluit. Wij Putten leerde deze harde les toen twee heren van keet Knapzak de strijd leken op te geven en het touw loslieten. Wij Putten dacht de overwinning binnen te hebben en liet het touw vieren. De scheidsrechter floot en toen bleek dat de vier overgebleven Knapzakkers het punt letterlijk naar zich toe hadden getrokken. Jammer, want even eerder was Wij Putten sterker gebleken. Nuttige kennis, die echter niet kon verhinderen dat Wij Putten het ook nog moest afleggen tegen de explosieve kracht van het Carbidteam.
De conclusie is helder. Wij Putten heeft met veel plezier meegedaan aan een zeer Puttens en sportief spektakel. Volgend jaar zal Wij Putten zeker weer van de partij zijn. Wel gaat de partij zich bezinnen op de vraag wat die techniek precies inhoudt. En misschien wat oefenen? Touwtrekken zal echter niet snel de core business worden van de partij. En dat is misschien maar beter ook.