Oranje bevindt zich ergens tussen rood en geel. Waar het nou precies oranje wordt weet zelfs de promovendus kleurendokter niet. Eigenlijk een onbestendig mengkleurtje dus, dat oranje.
Van nature is niet zoveel oranje. Verder dan wat fruitsoorten en Pippi Langkous kom ik niet.
Onze Nederlands driekleur heeft nog niet eens zo lang geleden het oranje verbannen en het rood ingebracht. Hoe komt het dan toch dat ons landje zich zo graag oranje wil kleuren?
Het kleurtje oranje symboliseert eigenlijk niet zoveel. Het roept louter associaties op aan het koningshuis. Al heb ik Trix niet zo vaak het oranje zien uitdragen. Zelf heb ik wel een oranje lamswollen trui. In de Schotse hooglanden schijnen lammeren te scharrelen die deze kleur bij zich dragen. Vreemd eigenlijk, als ik er zo over nadenk, een lamswollen trui! Een lammetje draagt toch nog helemaal geen wol!
Oranje dus. Het is als een bindmiddel voor ons volkje. Een hardnekkig plaksel dat niet is los te weken, of we nou in Oezbekistan, Eritrea of Bontebok (Friesland)wonen. Een soort Elfstedentocht gevoel, iets dat van ons is en iedereen verder van af moet blijven. Best wel griezelig, zoveel nationalisme!
Onze koning in de steigers, alias W.A. van Buren, is dit gevoel ook niet vreemd. Als er iets Nederlands op stapel staat, is hij de eerste die zich wentelt in het kleurtje. Trouwens peentjes zijn natuurlijk ook oranje, en oh ja, paprikachips van Lays.
Er heerst dus toch iets van een ‘wij’ gevoel in Nederland. Eigen volk eerst, al mag je dat natuurlijk niet zeggen. Het belichaamt nou niet bepaald het sociaal wenselijk gedrag dat wij ons zelf opleggen.
Het ‘wij’ gevoel is een emotie dat Wij Putten volgens mij ook graag uit wil dragen. Toch kan ik het maar niet te pakken krijgen. Soms denk ik dat ik het in handen heb, maar sijpelt het plotseling weer langzaam weg tussen mijn vingers.
Best vreemd eigenlijk, ik bedoel dat ik schrijfseltjes voor Wij Putten neer klieder, terwijl ik niet eens sympathiseer met de club. Zodra iets neigt naar groepsvorming weet ik mijn kont er wel uit te draaien. Toch doet de Wij Putten club mij wel iets. Het gebrek aan Haagse binding is in beginsel wat mij aansprak. Ook lijkt de partij oprecht begaan met de burger, geen geveinsde emoties. Jammer alleen dat ze het conservatieve karretje niet in poep willen rijden. Maar ja, dat is misschien wel meer mijn dingetje. Een pompoen is overigens ook best oranje.
Wij Putten is ook een zich sterk profilerende club dat korte lijnen hanteert en datgene aanpakt dat de burger raakt. Denk nou niet dat ik hier een lofzang op Wij Putten propagandeer, dan moeten ze toch eerst echt iets doen aan de clubkleding!
Het schijnt dat Wij Putten de website gaat verjongen. Een beetje fris erin. Een lentegevoel creëren dat ontluiken tot gevolg moet hebben. Tijd voor groei. Niets mooiers dan dat. Let maar eens op de natuur de komende weken. Het wordt weer genieten. Kleuren die zich verdringen om zich te tonen en te verleiden. De natuur bepaalt ons bestaan. Laten we ons zelf vooral niet al te serieus nemen, dat leidt tot niets verheffends. En het ‘wij’ gevoel, dat bestaat volgens mij niet, daarvoor zijn we veel te individualistisch ingesteld, maar we moeten er samen wel wat van maken. Laat Wij Putten zich maar spiegelen aan de natuur, dan gebeuren er nog mooie dingen.
En oranje, dat is geen kleur, maar een wankelmoedige die niet weet te kiezen tussen rood en geel.