Een oude vriend van mij, Rob heet hij, heeft sinds jaar en dag zijn tentenkamp opgeslagen op een park gelegen in Krachtighuizen; Een ruim chalet met veranda en kwieke houtkachel, een prima stekkie om te toeven. Laatst legde ik een bezoek af om de vriendschap aan te halen. Het park bleek te grossieren in kentekens van Oost-Europese origine. Rob, een humaan vertolker, vertelde dat deze invasie van belendende perceelhouders een enorme weerslag kent op de gemoedstoestand van zijn gezin. De nachten vaak doorwaakt omdat parkgenoten menen, veelal overmatig gelaafd, schreeuwend en ruziemakend het duister te kunnen overstijgen. Bij daglicht is het er een komen en gaan van manvolk met matrassen en dekens onder de arm op zoek naar tijdelijk onderdak, kratten bier meeslepend. De sfeer is er grimmig en gevoel van veiligheid vervlogen. Rob is dan ook naarstig op zoek naar onderdak voor zijn gezin waar de voertaal niet beheerst wordt door medeklinkers.
De verkoop van zijn chalet wil niet vlotten en wijt dit, naast de geketende woningmarkt, aan de overbevolking van Oost-Europeanen op zijn huidige stek.
Rob werkt als ZZP-er in de bouw en in het bezit van een enorm arbeidsethos. Stukadoren is zijn ding en heeft het tot kunst verheven. Toch krimpt zijn aandeel in creëren. Hij zou plots te duur zijn. Busjes met anderstalige zwermen nu uit over de bouwplaats en voorzien de ruwe wanden van een laagje roodband. Rob geeft zich niet over aan rancune, zijn karakter laat dit niet toe. Wel merkt hij dat de situatie zijn stemgedrag heeft beïnvloed. Heulen met de vijand, noemt hij het zelf. Sympathiseren met gedachtegoed dat in wezen niet de zijne is. Het knaagt dan ook aan Rob dat hij keuzes heeft gemaakt die indruisen tegen zijn normaliter gehanteerde waarde en normen.
Het park verlatend vroeg Rob mij om een gunst. ‘Toom, Jij pent toch weleens een stukkie voor Wij Putten. Zou je niet eens wat willen schrijven over mijn situatie, misschien kenne zei er iets tegen doen.’ Ik beloof hem de zaak aanhangig te maken en als scribent te fungeren.
Mijn geweten perst zich intussen door een mangel, een bolwerk van tegenstrijdigheden.
Een jaargetij geleden heeft bij mij thuis namelijk een klein verbouwinkje plaatsgevonden; Ook is het gehele optrekje voorzien van frisse kleuren. Ambachtsmannen uit Polen hebben dit mogelijk gemaakt. Aardige en integere lui die werkten voor een nog aardigere prijs. Het getuigt dan ook van een overdosis hypocrisie als ik ook maar enigszins hun hier zijn beschimp. Ik distantieer mij dan ook van een oordeel en vraag slechts om aandacht voor de zaak Rob.
De materie staat niet op zichzelf, dat is u bekend. Een Oostblok offensief starten, spandoeken met populistische kretologie aan de kerktoren hangen en racistische leuzen scanderen zal niet de juiste weg zijn. Een sjoelavond organiseren op het park om wederzijds respect aan te wakkeren lijkt ook twijfelachtig. Wie weet kunt u, Wij Putten, een creatieve en menselijke oplossing aandragen, geschraagd op politiek welbevinden.
Namens Rob alvast bedankt voor uw inzet!