Wij Putten hield op 22 april 2015 een bijeenkomst over een nieuwe trend in Nederland: natuurbegraven. De fractie was nieuwsgierig naar het fenomeen en vroeg zich af of het iets is voor Putten. Doel van de avond was informatie te vergaren over het fenomeen zelf, maar ook inwoners van Putten de gelegenheid te geven met het fenomeen kennis te maken. Wat op de achtergrond meespeelde, was het ontdekken hoe de Puttense gemeenschap denkt over natuurbegraven. Is er weerstand, of zou de gemeenschap zoiets juist wel zien zitten?
Voor de avond was een drietal kenners uitgenodigd en het gesprek werd thematisch vormgegeven. Op de avond kwamen zo’n dertig belangstellenden af. Raadslid Geke Hop leidde de avond in en refereerde aan het aspect natuur. “Als je leven voorbij is, dan is wegstappen van alle kunstmatigheden die ons leven omgeven en teruggaan naar de natuur wellicht een passende en bevrijdende vorm van afscheid nemen. Maar hoe denken we daar in gezamenlijkheid over?”
Als kenners waren aanwezig: Olga Maarleveld van Styx Uitvaartverzorging in Harderwijk, dominee J.J. Tigchelaar en Jac Meter van het Nationaal Groenfonds.
De hoofdthema’s die met hen werden besproken:
– wat is natuurbegraven?
– geschiedenis
– religieuze perceptie
Jac Meter heeft in zijn werk voor het Nationaal Groenfonds veel te maken met natuurbegraafplaatsen. Zo’n begraafplaats is een manier om natuur te ontwikkelen of natuur op een verantwoorde wijze te ‘exploiteren’. Meter legde uit dat er in wezen geen speciale regels voor zijn, behalve de regels die gelden voor begraven in het algemeen, zoals geformuleerd in de Wet op lijkbezorging. Natuurbegraven is een alternatieve vorm van teraardebestelling, voor hen die daaraan behoefte hebben. Vaak wordt er gewerkt met natuurlijke materialen, worden geen oneigenlijke materialen gebruikt als een marmeren steen en is het principe ‘een worden met de natuur’. Dat principe wordt overigens wel verplicht als je in daadwerkelijk aangewezen natuurgebieden gaat werken. De natuur mag daar immers niet verstoord worden en de grond niet aangetast. Verder moet de ondergrond geschikt zijn en je moet bijvoorbeeld rekening houden met grondwater. Wilde zwijnen blijken overigens nauwelijks een bedreiging. De graven liggen te diep. En met natuurlijke vormen van afrasteren kun je ze goed tegenhouden, zodat ze ook de bovengrond niet verstoren.
Olga Maarleveld vertelde over haar ervaring met natuurbegraven als uitvaartverzorger. Ze vindt het zelf een mooie vorm, omdat dit vaak op ingetogen wijze wordt gedaan. “Als je langzaam met de stoet dat overweldigende bos inloopt en je hoort op de achtergrond Erbarme Dich, mein Gott uit de Mattheus Passion, dan is dat heel indrukwekkend.” Over de mate van belangstelling zegt zij: “Ik heb het vaakst te maken met natuurbegrafenissen in de gebieden waar al zo’n begraafplaats is. Bijvoorbeeld in Apeldoorn. Vlak bij de stad, op Hoog Soeren, ligt de oudste natuurbegraafplaats van Nederland. Het is in Apeldoorn een bekend fenomeen en daarom wordt er juist daar vaker om gevraagd. Onbekend maakt onbemind, dus in gebieden waar zoiets niet voorkomt, is er ook minder vraag naar.”
Dominee Tigchelaar gaf een frisse kijk op het onderwerp. Wat een nieuw fenomeen lijkt, is in wezen heel oud. “Je struikelt aan de oostkant van ons dorp over de grafheuvels. Onze Puttense voorouders lieten zich in natuurlijke graven neerleggen. Dus niks nieuws onder de zon.” Volgens de dominee is natuurbegraven iets wat in feite ook natuurlijk is. Juist de huidige wijze van begraven met fraaie kisten en marmeren platen is de moderne vorm. In zijn jaren als predikant was hij ook werkzaam in Afrika. “Zo’n verblijf in een andere cultuur, geeft je ook een ruimere kijk op je eigen gewoontes.” Begraven op de wijze waarop wij die nu hanteren, is volgens hem slechts een vorm die door allerlei factoren is ontstaan. De religieuze component blijkt, hoewel je anders zou denken, daarbij van redelijk ondergeschikt belang. Tigchelaar: “Ik kan dan ook geen reden vinden waarom natuurbegraven zich niet zou verdragen met ons geloof. We kennen dan in feite ook geen Bijbelse voorschriften daaromtrent. Sterker: Jezus Christus werd ook slechts in doeken gewikkeld. Maar ja, Hij stond drie dagen later weer op. Dat is toch weer van een andere orde”, grapte de dominee.
Aansluitend werd er in gezamenlijkheid gesproken over de mogelijkheden voor zo’n begraafplaats in Putten. Menigeen vond het heel erg goed bij Putten passen, omdat Putten een dorp in het groen is. Wel rees de vraag of er belangstelling voor zou zijn. Begrafenisondernemers in Putten krijgen slechts eens in de zoveel jaren een verzoek voor een natuurbegrafenis. Het is bepaald geen gewoonte voor Puttenaren. Maar, zo stelden meerdere aanwezigen, als er zo’n begraafplaats in Putten zou zijn, dan zal de vraag ertoe ongetwijfeld toenemen. Er gingen zelfs al stemmen op om in een samenwerkingsverband van burgers te onderzoeken of een initiatief gestart zou kunnen worden.
Inmiddels zijn we een aantal maanden verder en blijkt er serieuze particuliere belangstelling te bestaan. Het realiseren van een natuurbegraafplaats heeft overigens wel wat voeten in aarde. Daarvoor moet een (tijdelijke) bestemmingsplanwijziging worden aangevraagd en zo’n traject neemt vanwege voorafgaande onderzoeken en de bestuurlijke procedure al vaak anderhalf jaar in beslag. Maar eerst maar eens met de politiek in gesprek. Binnenkort zal de fractie een discussienotitie voorstellen voor de leden van de commissie Ruimte om op die plek een eerste verkennende discussie te gaan voeren.
Geke Hop